Netsensei

Much Ado About Nothing

A Mind at Play: How Claude Shannon Invented the Information Age

Deze zomer las ik A Mind at Play: How Claude Shannon Invented the Information Age van Jimmy Soni. Dit is een biografie van Claude Shannon. Die naam zal bij de meeste mensen niet meteen een belletje doen rinkelen, maar Shannon staat wel mee aan de wieg van de Information Age. Meer zelfs, zonder Shannon zou de wereld zoals we ze vandaag kennen gewoon niet bestaan. Wie is die Shannon dan?

A Mind At Play
A Mind At Play

Claude Shannon werd geboren aan het begin van de 20ste eeuw. Hij behaalde werd wiskundige en kwam als jonge twintiger aan de University of Michigan in contact met de Booleanse logica. Dat is een vorm van algebra uitgevonden door George Boole en die draait om de concept AND, OR en NOT. Je weet wel, “waar” AND “onwaar” is gelijk aan “onwaar”. Shannon was niet zomaar een wiskundige, hij behaalde uiteindelijk een diploma als mechanisch ingenieur. Hij bleek ook een wonderkind te zijn met een brein waar eindeloze ideeën uit ontsproten. Het geluk wilde dat hij terecht kwam in de Bell Labs. Dat was toen het mekka waar nagedacht werd over telefonische netwerken en communicatie. Claude Shannon was de eerste die Booleanse logica toepaste om informatie op een nieuwe manier – een digitale wijze – te delen tussen machines. Hij herordende de mechanische schakelaars in de schakelborden en toonde zo aan dat informatie ook als bits en bytes kan worden gerepresenteerd. In één klap doorbrak hij daarmee de grenzen waar analoge technologieën – de klassieke telefoonlijn, televisie,… – tegen aan liepen. En daarmee zette hij de deur wagenwijd op naar de Information Age.

Zijn paper A Mathematical Theory Of Communication is het absolute fundament waar concepten zoals “zender” en “ontvanger” voor het eerst werden gedefinieerd. Hij formaliseerde voor het eerst de notie “informatie” in deze paper. Gepubliceerd in 1948 blijft het vandaag een van de meest geciteerde papers.

Claude Shannon is meer dan een theorie. Hij was blijkbaar ook een onverbeterlijke uitvinder die de meest gekke ideeën kon omzetten in mechanische oplossingen. Zoals de robotmuis Theseus die via een soort primitieve artificiële intelligentie de exit in een doolhof wist te vinden. Of een verborgen toestel dat hem toeliet om in casino’s vals te spelen (dat laatste liep bijna slecht af). Shannon doet mij in die context nog het meeste denken aan Adam Savage van Mythbusters die een gelijkaardig atelier heeft. Claude Shannon zou vandaag nog het best omschreven worden als de peetvader van de Maker Culture.

Deze biografie is een zeer leesbaar boek. Onvermijdelijk wordt er uit gewijd over de Theory of Communication, maar de auteur slaagt er in om de, eerlijk gezegd, gortdroge materie toch op een bevattelijke en leesbare manier te brengen. Bovendien weet Soni het belang van Shannon voor de digitale wereld vandaag op een heldere wijze neer te zetten. Ook heeft Soni oog voor de mens Claude Shannon. Hij was een introvert die zich goed voelde tussen zijn uitvindingen en ideeën. Niettemin zonder hij zich niet af van de mensheid, integendeel. Hij ontving talrijke ere-doctoraten en prijzen voor zijn werk. Zijn latere leven legde hij zich toe op lesgeven aan MIT. Soni vervalt dan weer niet in lange uitwijdingen, interpretaties of details zoals uitgebreide correspondenties en interacties tussen Shannon en zijn tijdgenoten. Daardoor blijft het tempo in het boek zonder dat het een droge pil wordt.

Ben je geïnteresseerd in de geschiedenis van de hedendaagse digitale cultuur, dan is dit een boek een dikke aanrader.