Netsensei

Much Ado About Nothing

Running shoes

De kop is er af. De eerste kilometers heb ik in de benen. Deze week heb ik voor het eerst gelopen sinds de collegejaren. Anderhalf decennium terug was dat wekelijkse prik: lopen rond het voetbalveld, coopertests, duurlopen,… Het ging me toen allemaal vrij goed af. Toen ik de schoolpoort achter mij liet, gingen de versleten adiddas lopertjes aan de haak.

Tot deze week.

Sinds ik Born to Run uit heb, is het terug beginnen kriebelen. Zomaar sportschoenen aantrekken en löss gaan leek me geen zo’n strak plan. Ik heb in de laatste jaren per slot van rekening, buiten de klimavonturen en de fietsafstanden, vooral heel veel op een bureaustoel gezeten.

De Decathlon was ideaal om goedkoop wat trainingskleren te scoren, maar de sportschoenen, die heb ik gekocht in een gespecialiseerd Running Center.  Ik werd er op de loopband gezet terwijl er een camera op mijn hielen was gericht.  Mijn rechtervoet komt correct neer, maar mijn linkeronderbeen knikt licht naar buiten. Met wat goeie raad van de specialist stapte ik met een paar aangepaste Izumi’s buiten. Een kleine investering, maar wel eentje waarmee ik heel wat ellende hoop uit te sparen in de nabije toekomst.

Om de motivatie er in te houden heb ik mij Zombies, Run! aangeschaft.  De premise: je bent terecht gekomen in een post-apocalyptische wereld waar zombies de dienst uit maken. Als ‘Runner Five’ moet je missies oplossen voor een kleine gemeenschap die zich terug getrokken heeft in één van de laatste menselijke bastions. Je moet de veilige muren van de basis ruilen voor de gevaarlijke buitenwereld waar je lopend zombies moet zien te ontwijken om voorraden te verzamelen. Tijdens je oefensessie krijg je via je oortjes instructies. Elke missie brengt je iets verder in de verhaallijn. Clever, want je wil weten wat er verder gebeurt en dus ga je verder mee in het verdoken trainingsschema.

En dan staat een mens op een donkere oktoberavond aan de voordeur in zijn nagenieuwe jogging en hagelwitte lopertjes. En zet de dwingende stem van een radio-operator je aan om in een  jog tempo van start te gaan.

Het eerste doel is mijn lichaam langzaam te laten wennen aan het lopen. Dit is niet hetzelfde als klimmen of fietsen.  Lopen moet je blijkbaar leren. Voorzichtig opbouwen is de mantra.

Dus liep ik begin deze week voor het eerst. Ik koos voor een tempo dat mij goed lag. Ik voelde hoe mijn t-shirt zich vol zoog met zweet terwijl ik focuste op mijn ademhaling. Een goede 30 minuten later had ik de eerste 5 kilometer achter de rug. *slik* Is dat niet waar al die Start To Run fans naar toe werken? Was dat te veel? Heb ik te snel gelopen? Of ben ik gewoon in betere conditie dan ik zelf vermoedde?

De volgende twee dagen deden mijn benen pijn. Ouch! Tegen dag drie trok de pijn weg. Goed. Spierpijn dus. Voldoende rust nemen tussendoor is het ordewoord. Het weer zat de laatste dagen tegen, dus dat kwam mij even mooi uit.

Gisteren was het kalm en fris. Ideaal om opnieuw te lopen. Weer dezelfde afstand en ietsje meer. Nu gaat het een stuk beter. Ik probeer opnieuw toe zoeken naar het juiste tempo en de juiste loopwijze. Bovenal: ik probeer te luisteren naar mijn lichaam. Beginnen de kuiten ongemakkelijk aan te voelen? Kies dan voor een wandeltempo. Voel ik mijn hart hard bonzen? Schakel een versnelling lager.

De spierpijn steekt vandaag minder hard door. Opnieuw laat ik er een paar dagen tussen om te recupereren. Oostkamp is niet zo heel erg groot, maar best wel een mooie speelterrein om zombies te ontlopen.

Ik ben benieuwd waar het verhaal mij zal leiden.