Netsensei

Much Ado About Nothing

Dispatches

Ah juist, hoe gaat dat met Ze Crib waar je even geleden over blogde?

Wel, het zat er al een tijd aan te komen: vorige week heb ik mijn handtekening gezet onder het makelaarscontract om mijn appartement te koop te zetten. Ik had het gekocht met het idee er toch op zijn minst een aantal jaartjes in te kunnen wonen. Maar eens te meer bleek het leven bijzonder onvoorspelbaar te zijn: ik trok vrij snel in bij mijn madame en haar dochter.  Alles wel beschouwd blijkt vandaag dat het op de lange duur niet echt houdbaar is om er aan vast te houden.

Naast de gemeenschappelijke kosten waarin ik thuis deel, kijk ik ook aan tegen een maandelijkse lening, de onkosten en zorgen die vastgoed met zich meebrengt. Verkopen doe ik dan ook in de hoop daar terug in rustiger vaarwater terecht te komen.

En hoe zit het met het lijf?

Na een MRI en twee bezoeken aan de orthopedische specialist blijkt dat een operatie er niet in zit. Er zit weliswaar een scheurtje in mijn pees, maar niks dat mij zou mogen verhinderen om aan sport te doen. Sinds februari heb ik niet meer geklommen en de pijn is langzaam aan het verdwijnen. Ik mag terug een rondje kine doen en mits cross training (zwemmen, fietsen en – ja – zelfs roeien) zou ik terug kunnen klimmen. Niet dat ik nu helemaal stil zit, maar ik wil mezelf nog wel een paar weken geven voor ik echt de weg terug naar de klimzaal  aanvat. Blijkt dat ook die onderneming nergens op uitdraait, is het terug richting orthopedist.

Minder fijn is dat ik mijn rechterknie tijdens het lopen heb overbelast. Momenteel zit ik aan de Gambaran, maar ik ben er toch ook weer niet helemaal gerust op. ’t Zal me benieuwen waar we daar nog gaan eindigen…

Regelitis

Het verbieden van taxi-app Über, de hele hetze rond  #grouwelsVerbiedt, over de registratieplicht voor couchsurfers en airbnb’ers tot, klap op de vuurpijl, het aangekondigde vertrek van Engagor naar de VS. De week was op zijn zachtst uitgedrukt interessant te noemen.

Wat is er aan de hand?

Dit is een verhaal met vele kanten. Maar in de grond is dit de eerste echte openlijke botsing tussen de zeer liberale Silicon Valley cultuur en ons lokaal bestuurskader.  Het zat er ook wel aan te komen. Onze kenniseconomie is zich in een rotvaart aan het ontwikkelen. In en rond grootsteden proberen heel wat ambitieuze, jonge, hippe ondernemers een eigen start up uit de grond te stampen. Het internet brengt die Twitter, Google, Facebook cultuur aan onze voordeur. Onder die invloed verwacht de privésector met dezelfde flexibiliteit hier aan ontwikkeling en innovatie te kunnen doen.

De gevestigde orde in ons land kent een lange traditie van samenwerking en van tegenstrijdige belangen. Die orde is een kluwen van politici, industriëlen, belangengroepen,… die met elkaar verweven zit in talloze orgaantjes, organisaties en bestuurlijke niveaus. Op zich is dat niks nieuws. Maar bestuur in ons land is geweldig complex en gebeurt bij de gratie van het compromis. De gevolgen zijn er dan ook naar: doorgaans staan we niet te springen om vernieuwing. Zeker niet wanneer die de eigen verworvenheden van een groep enigszins bedreigt.

In die context is de krampachtige reflex van onze politici enigszins verklaarbaar.

Legislation is a messy business.

Mijn professor historisch recht leerde mij dat recht een vervormde reflectie is van de realiteit. Per definitie loopt het recht door zijn formele karakter altijd wat achter op de actualiteit.  Dat hoeft geen probleem te vormen zolang de afstand niet al te groot wordt. Helaas is de balans vandaag de verkeerde kant door geschoten.

Onze wetgevers laten zich keer op keer voorbij steken door de technologische en economische revolutie.  Het toeristisch decreet dat nauwelijks drie jaar geleden werden opgesteld is vandaag voorbijgestreefd door het succes van couchsurfen en AirBnB.  Dat hoeft ook niet te verwonderen als je kijkt naar het ronduit idiote detaillisme waaruit het decreet bestaat. Je kan je afvragen of dit decreet wel met enige zin voor toekomstgericht denken werd opgesteld.

Veel heeft te maken met de complexiteit eigen aan ons bestuur. Niet alle wetgeving is een duidelijk succes. Vaak gaat het om verwaterde compromissen, die diverse belangengroepen tevreden moet houden. Deels is ze niet noodzakelijk opgesteld in functie van de burger, maar dient ze om het eigen bestaan te kunnen rechtvaardigen. En laten we ook niet vergeten dat onze politiek gedomineerd wordt door latente verkiezingskoorts. Men kiest liever voor de snelle score dan voor de structurele oplossing.

Niet verwonderlijk dat wetgeving veel te vaak uit een absurde, alternatieve realiteit lijkt te komen.

Regelneverij

“Mensen moeten niet betutteld worden. Wie van couchsurfen gebruik maakt weet dat er risico’s zijn.” Dit zeer liberale argument kreeg ik deze week te horen.  Of het nu gaat over politieke bijeenkomsten op scholen tijdens de sperperiode, of taxi-apps: je kan dit in elk debat tegen werpen.

Als het van sommige stemmen afhangt, kunnen we een pak winnen door met de rode pen door de stapels decreten te gaan. Ik geef hen geen ongelijk. De ervaring leert mij dat ondernemen een bijzonder harde stiel is en de overheid nog je meest te vrezen concurrent is. Niet alleen hippe start ups maar ook veel gewone zelfstandigen gaan gebukt onder pure regelneverij.

Ik ga echter niet mee in het idee dat we de deuren wagenwijd moeten open zetten. De gedachte dat markten zichzelf wel zullen en kunnen reguleren heeft de laatste jaren voldoende averij opgelopen om aan te tonen dat een zekere vorm van regulering wel degelijk nodig is. Ook alternatieve, digitale economieën kunnen zich aan die waarheid niet zonder meer onttrekken.

In het geval van Über, AirBnB en consoorten lijkt het me maar wat logisch dat men vanuit het gelijkheidsbeginsel aan een minimum set van regels hoort te houden. Ontvang je inkomsten? Dan hoor je daar belastingen op te betalen. Ontvang je gasten in je taxi of je huis? Dan hoor je toch minimaal aandacht te besteden voor veiligheid en basiscomfort. Het lijkt me maar normaal dat de wetgever die zaken afdwingt met de nodige zin voor realisme.

Boven de politiek

Folke’s verzuchting is dan ook begrijpbaar. De hakken in het zand zetten, verbieden, verhinderen, overdreven conformisme, favoritisme en allerlei spelletjes: daarmee is niemand gebaat. Uiteindelijk is het aan politici om zich boven de politiek te stellen, uit de ivoren toren te komen en met een open geest te kijken naar wat zich in de maatschappij beweegt.  Want met de uitdagingen die vandaag op tafel liggen hebben we die vorm van moed en dienstbaarheid méér dan nodig.

Boss

Kelsey Grammer heeft na zeven jaar eindelijk Frasier van zich kunnen afschudden. Het resultaat is Boss waarin hij in de huid kruipt van de machtsgeile, corrupte burgemeester van Chicago. De serie werd al na 2 seizoenen naar de prullenbak verwezen wegens tegenvallende kijkcijfers. Canvas durfde het aan om ze alsnog te programmeren. Gisteren werd de pilot uitgezonden. En dat smaakte naar meer.

Benieuwd hoe het verder afloopt.

Schouder

Alle verwoede pogingen van kinesist Bart ten spijt, bleef ik maar last hebben van een nukkige schouder. Af en toe zeurende pijn bij het opstaan. Het gevoel het samenspel der spieren niet soepel loopt. Op en af stoppen, weken rusten, opnieuw proberen klimmen, weer merken dat er iets niet pluis is.

Een tijdje terug mocht ik, na een bezoek bij de huisarts, langs de dienst radiologie lopen. Een echografie bracht geen goed nieuws. Ik sukkel nog altijd met ontstoken slijmbeurzen en daarboven zit er een scheur in de rotator cuff pezen. Een ontstekig kan je met veel rust en oefening wel wegwerken. Een scheur niet. Pezen genezen immers niet uit zichzelf.

Wat ik heb is een typische, gevreesde klimmersblessure. Zoiets krijg je door overbelasting. De ene is er gevoeliger voor de andere. Leeftijd, levensstijl,… het speelt allemaal mee. Ik denk dat ik mijn blessure bij mijn korte passage in Gent heb opgelopen en daarna nooit helemaal is geheeld. Bovendien ben ik van zekeringtoestel gewisseld. Vroeger gebruikte ik een grigri, tegenwoordig een reverso. Die laatste vraagt meer kracht bij het zekeren. Zo’n verval gebeurt sluipend. Ik voelde niet dat er iets ernstig mis was, dus ik bleef doorgaan.

Op het internet lees je dat heel wat klimmers zich moeten laten opereren en maanden revalideren om terug te kunnen klimmen.  De meesten keren terug. Maar je moet er wel wat voor over hebben. Momenteel ben ik, buiten af en toe wat zeurende pijn, niet gehandicapt in mijn dagdagelijks leven. Ik mag alleen geen zware lasten dragen. Denk meubels of pakken bloempotaarde. Het is dat ik niet weet wat de gevolgen op lange termijn zijn. En ik ga mezelf moeten afvragen of ik terug wil kunnen klimmen.

Over een paar weken mag ik op bezoek bij een schouderspecialist. Ik ben benieuwd wat die mij gaat vertellen.

Eindelijk rijbewijs

“Meneer, u rijdt gedurende 40 minuten waarbinnen u twee manoeuvres dient uit te voeren. Keren in een smalle straat en achteruit parkeren. U luistert verder naar mijn instructies. Mevrouw, voor u is het simpel: u zwijgt en maakt geen enkel teken. Hebt u nog vragen?”

“Ja. Is het hier naar links of rechts de parking uit?”

En  zo startte ik, ondertussen een week of twee eerder, aan mijn tweede examenpoging. Murw geslagen door de laatste dagen waarin ik op elk vrij moment intensief oefende. Ik had zelfs nog een laatste rijles genomen. En op de examendag had ik volledig vrijaf genomen. Zo weinig mogelijk aan het toeval over laten.

Nochtans, in de uurtjes voor het examen zag het er helemaal anders uit. Elke gefaalde poging om te parkeren, elke voetganger of fietser die ik miste, elke keer dat ik vergat de pinkers aan te zetten,… leek het even of ik een zenuwinzinking nabij was. “Ik ga dat niet kunnen” – “Gij gaat dat wel kunnen”. Rinse. Repeat.

Maar het examen zelf verliep quasi foutloos. Iedereen die ik voorrang verleende of liet oversteken zwaaide zelfs naar ons. Bonuspunten! Het parkeren en het keren deed ik op automatische piloot.  Waar het de eerste keer fout na fout was, betaalde alle oefening en frustratie van de voorbije maanden zichzelf terug.  Eenmaal terug op het examencentrum overhandigde de examinator mij breed lachend de papieren. Proficiat. Je slaagde zonet voor het praktijkexamen. Het zwarte beest is overwonnen. Eindelijk.

De papieren zijn ondertussen ingediend bij de gemeente. Normaal krijg ik volgende week mijn definitief elektronisch rijbewijs.

Mobiel

Hoe gaat het met dat rijbewijs? Wel, 4 maart is the date. Dan leg ik mijn praktisch rijexamen af. Nog een dikke maand te gaan dus. En ik zal het kunnen gebruiken.

Ondertussen is het ruim een half jaar geleden sinds ik de rijlessen heb genomen. Sindsdien mag ik alleen met de auto op pad. Die eerste maanden waren geen succes. Elke kans werd aangegrepen om het stuur niet te moeten vastnemen. Ik had geen zelfvertrouwen en ik stond doodsangsten uit. De eerste keer dat ik alleen die 6 kilometer tussen de klimzaal en thuis overbrugde ga ik niet snel vergeten

Ik heb doorgezet, met wat aanporring van het lief, en sindsdien is het zelfvertrouwen redelijk gegroeid. Ik heb al wat ritjes gemaakt naar Brussel en zo. Regelmatig boodschappen doen. De stad in voor een vergadering of een boodschap. Het gaat me allemaal vrij goed af. Ik heb leren rond mij te kijken, ver voor me te kijken, de spiegels te bezigen,… Ik heb vlot leren schakelen, het geluid van de motor te leren kennen en al die andere dingen. Ik stap tegenwoordig redelijk gezwind de auto in en ik ben zelfs blij om droog en vlot ergens in de wereld te kunnen geraken.

Het is natuurlijk maar een begin. Ik twijfel al eens bij sommige verkeerssituaties. En ik ga ook niet zeggen dat ik niet al eens panikeer of mij erger. Al was het maar dat er genoeg mensen de meest idiote of domme dingen uithalen. Verkeersveiligheid? Daar is hier nog een pak werk aan.

De grootste hindernis zijn mijn manoeuvres. Een V70 is geen kleine auto. Daar parkeer je niet zomaar mee. Als het lukt, dan parkeer ik vrij vlot, maar even goed loopt het volledig de mist in. Zomaar vlot een gaatje indraaien: dat is een échte uitdaging. Ik heb nog een maand om daar aan te werken. Er is zelfs nog een rijles gepland als generale repetitie.

Nog een paar weken serieus oefenen om dat begeerde roze papiertje binnen te halen.

Gedichtendag

Ik zag dit vandaag ergens passeren en ik werd eraan herinnerd dat het vandaag Gedichtendag is. Misschien is het dat we zelf te vaak te weinig stil staan om even na te denken over onze dagelijkse bezigheden.

Dust if you must.
But wouldn’t it be better,
To paint a picture, or write a letter,
Bake a cake, or plant a seed?
Ponder the difference between want and need.

Dust if you must.
But there is not much time
With rivers to swim and mountains to climb!
Music to hear, and books to read,
Friends to cherish and life to lead.

Dust if you must.
But the world’s out there
With the sun in your eyes,
the wind in your hair,
A flutter of snow, a shower of rain.
This day will not come round again.

Dust if you must.
But bear in mind,
Old age will come and it’s not kind.
And when you go, and go you must,
You, yourself, will make more dust.

Geschreven door Rose Miligan, Lancashire. Gepubliceerd in The Lady, 1998.

Ordnung muss sein

In mijn pogingen om mijn leven iets beter geregeld te krijgen, probeer ik sinds begin dit jaar iets meer focus op persoonlijke planning te leggen. Met een gezinsleven erbij is tijd een gegeerd goed geworden. Als je de dingen gedaan wil krijgen, dan moet je ze plannen. Niet dat ik nu meteen helemaal Getting Things Done gegaan ben, maar met een paar eenvoudige ingrepen heb ik het mezelf wel een stuk makkelijker gemaakt, moet ik zeggen.

Zo pakken we het momenteel aan.

Todo lijstjes

wunderlist

Al een paar keer geprobeerd, maar ik hou het nooit echt vol. Nochtans zijn todo lijstjes een onmisbaar wapen als je dingen wil gedaan krijgen. Wunderlist is voor mij de redding geweest. Ik denk dat het zowat de nuttigste app is die ik de laatste jaren in gebruik heb genomen.  Ik gebruik het zo:

  • Voor elke dag maak ik een apart todo lijstje aan. Ik ga een paar dagen ver.
  • Afgewerkte lijstjes verwijder ik.
  • Er is een backlog van todo’s met een lage prioriteit. Die bekijk ik 1 keer per week.

Verder krijgen mijn on line projecten elk een eigen todo lijst. Zo heb ik Colada.be grotendeels gebouwd tijdens het pendelen op de trein. Had ik dat project niet hapklare brokken opgebroken, zou ik er een pak langer over gedaan hebben.  De bedoeling is uiteindelijk echt gericht met persoonlijke projecten om te gaan en niet langer  de hemel te bestormen.

Tenslotte heb ik ook lijstjes zoals ‘To watch’ waar ik alle series en films die ik wil zien, bij houdt, of ‘Wishlist’ waarin ik de hebbedingen oplijst die ik graag zou willen.

Het mooie aan Wunderlist is dat ik mijn lijstjes kan delen op mijn GSM, iPad en werklaptop en dat ik notificaties kan instellen. Zo vergeet ik niet snel dingen die moeten gebeuren.

Persoonlijke financiën.

Eén van de dingen die ik graag onder controle heb zijn mijn persoonlijke financiën. Ik weet graag wat ik verdien en wat ik uitgeef.  Toen ik alleen woonde hield ik dat al bij, maar samenwonen én een appartement in eigendom, dat vraagt toch iets meer controle.

Ik heb een aantal Google Drive spreadsheets waar ik wekelijks de bewegingen op de rekeningen bij houdt. Daar staan onder andere de vaste kosten al in, noteer ik de variabele kosten en maak ik een projectie waar ik op het einde van de maand zal staan. Broodjes bij de Panos houd ik niet bij, wel geldopnames en kleine onkosten.

Op zondagavond trek ik een half uurtje uit om alles even te verwerken. Ik betaal dan ook meteen alle rekeningen die in de bus zijn gevallen.  Het mooie is dat ik betalingen ook niet langer uitstel dan nodig. Een rekening beschouw ik als zeurende kiespijn: daar wil je toch gewoon zo snel mogelijk van af. Desnoods met de korte pijn.

Kalenders

We hebben hier in huis aan ons bord een gemeenschappelijke kalender hangen. Zo weten we wie wanneer thuis is en of er een babysit moet worden ingezet voor de dochter.  Dat werkt super. Daarnaast heb ik natuurlijk ook mijn eigen Google Calendar waar ik de belangrijke afspraken in bij houdt.

Een goeie tip is om de afvalkalender te importeren in Google Calendar. Zo vergeten we minder snel wanneer de vuilniszakken de deur uit moeten.

De weekmenu

Ten huize is onze weekmenu een belangrijke verandering geweest.  En jawel, vandaag houden we het nog altijd vol. De ene week lukt het al wat beter dan de andere. Maar door onze weekmenu te combineren met onze kalender, hebben we een pak minder stress over boodschappen en koken terwijl we gezond en gevarieerd eten.  Veel van wat we maken gaat bovendien in de diepvries of nemen we een dag later mee als lunch naar het werk.

Nog een tip voor de boodschappen: de self scan in de Carrefour is de max! We zijn er sinds een aantal weken op over geschakeld om de lange wachtrijen aan de kassa’s te vermijden. Maar het échte verschil wordt gemaakt doordat we op de ‘scannette’ de totaalprijs van ons winkelkarretje zien. Niks zo makkelijk als we moeten kiezen in het aanbod van kazen, melken, yoghurts en what-not.

De papierwinkel

Ai! Een pijnpunt! In ons bureaucratisch land krijgt een mens jaarlijks pakken ‘belangrijke’ papieren in de handen geduwd. Belastingformulieren die je maanden moet bijhouden, loonattesten, verzekeringspapieren, contracten, garantiebewijzen, ziekenfondspapieren,… het houdt niet op. Vroeger had ik een klassement met archiefdozen, maar in de vele verhuizen van de afgelopen jaren is alles zo’n beetje verzeild in een paar plastic zakken die nu op archivering liggen te wachten.

Het plan is om opnieuw archiefdozen aan te schaffen, een aanpak te verzinnen en daar eens werk van te maken zodra het kan. Jawel, ik heb er een todo voor aangemaakt in mijn backlog!

Conclusie

Het is natuurlijk allemaal een work in progress, maar het lukt wel aardig om georganiseerd te blijven. Het vraagt ook wel wat tijd en discipline om te leren alle balletjes in de lucht te houden. De beloning is natuurlijk dat we wel alles gedaan krijgen wat we willen of moeten én dat er tijd over is om ook gewoon eens dolce far niente gewijs te luieren in onze nieuwe zetel of eens lekker uit te slapen in het weekend.

Byebye les vacances

Maandagmorgen werd ik terug gewekt tot de harde realiteit van de Werkmens. Gedaan met lang uitslapen. Terug op tijd er uit en mee op de cadans van het openbaar vervoer, de Google Calendar en de timesheets. Het doet pijn om de vrijheid terug te moeten inleveren, en toch ben ik ook wel blij terug aan de slag te kunnen. Er ligt genoeg op de plank om het jaar goed mee in te zetten.

Tegelijk vind ik zo’n vakantie enorm noodzakelijk. Tussen de laatste aaneengesloten 2 weken vrij zijn en deze zaten 4 maanden. De volgende langere time off zal pas voor de zomervakantie zijn. Niet geheel toevallig publiceerden de mensen van 37 Signals vandaag Healthy Benefits for the Long Haul. Lees maar even wat ze allemaal naast het loonzakje krijgen qua vakantietijd. Bovendien wordt elke werknemer om de 3 jaar een maand op sabbatical gestuurd. Ongezien. En zeker ongehoord in de Verenigde Staten.  Het hoger management heeft dan ook duidelijk begrepen waar de klepel hangt.

Instead we focus on benefits that get people out of the office as much as possible. 37signals is in it for the long term, and we designed our benefits system to reflect that. One of the absolute keys to going the distance, and not burning out in the process, is going at a sustainable pace.

In België mogen we niet klagen over vakantie. Door de band genomen zijn er genoeg modaliteiten: voor elk wat wils. En als ik de koppen mag geloven is een burn-out of een depressie dé hedendaagse gesel van het werkvolk.

Hoe kan dat?

Werkgevers beweren dat werknemers teveel hooi op hun vork nemen. Werknemers klagen van stress op het werk en alles wat daarbij hoort. Eerlijk gezegd geloof ik dat alleman en niemand gelijk heeft. Dat er niet één aha-oorzaak is. De wereld bestaat gewoon uit heel veel we-moeten-x-of-y.  Het is maar hoe we ermee omgaan. We zijn geen supermensen die alles tegelijk kunnen. We worden al eens geconfronteerd met tegenslagen. En het idee dat we het leven kunnen plannen, dat heb ik ook al lang laten varen. Neemt niet weg dat we slim kunnen omgaan met onze tijd. Austin Kleon schreef voor het nieuwe jaar een fantastisch artikel getiteld Something small, every day. En daarin schrijft hij:

Don’t say you don’t have enough time. We’re all busy, but we all get 24 hours a day. People often ask me, “How do you find the time for the work?” And I answer, “I look for it.” You find time the same place you find spare change: in the nooks and crannies. You find it in the cracks between the big stuff—your commute, your lunch break, the few hours after your kids go to bed. You might have to miss an episode of your favorite TV show, you might have to miss an hour of sleep, but you can find the time to work if you look for it.

Wat hij eigenlijk wil zeggen: wees gewoon slim met de tijd die je toebedeeld krijgt. Er zal ongetwijfeld, tot ieders frustratie, tijd verloren gaan, maar als je goed zoekt, vind je elke dag wel een gaatje waarin je jezelf kan ontplooien.

Neemt niet weg dat vakantie noodzakelijk is. Omdat we juist dan even de tijd hebben om afstand te nemen van alle “moetens” in ons leven zodat we nadien met een frisse blik kunnen terug keren.

Transiente tijd

Dag drie. 65 uur sinds 2014 zich aandiende. En ik zit in transiënte tijd. De madame is niet thuis wegens ziekenbezoek. ’t Jonk komt vanavond terug thuis van een week weg. De drukte van de feestdagen en de eindejaarsperiode hebben we achter de rug. Maandag hervat ik pas de arbeid en dus beschik ik nu over tijd.

Het is geen zee van tijd zoals ik ze vroeger in mijn tienerjaren kende. Het is eventjes een luwte in de dagdagelijkse beslommeringen die anders wel domineren. Een moment van niks-moet-nu-echt. Het is die morzel tijd waar ik plannen voor maak in de waanzin van de ratrace, maar die ik uiteindelijk toch liefst gewoon aan me laat passeren. Het is letterlijk een lege tijd.

Begrijp me niet verkeerd. Er was genoeg om me vandaag mee bezig te houden. Ik heb de afwas gedaan, brood gehaald, een pak data op mijn laptop gearchiveerd, getelefoneerd met mijn grootvader, bitcoins gekocht, een paar berichtjes verstuurd en mijn agenda bijgewerkt.

Het zijn trivialiteiten die de tijd opvullen en dagen zoals deze geruisloos laten passeren.

Schaamteloze dolce far niente.

« Vorige blogposts Pagina 23 van 245 pagina's Volgende blogposts »