Vandaag werd in Geneve, Swiss, de Large Hadron Collider in werking gezet. Eindelijk. Na 20 jaar wachten. En ja, het is een experiment dat alle records gaat breken. En we hopen dat er weer een aantal aannames uit het Standaard Model, dat nu nog theorie is, zal worden bevestigd. Heerlijk!
Het mag dan wel ettelijke miljarden hebben gekost, eerlijk gezegd vind ik dit een vrij belangrijk experiment. Bedenk immers dat de resultaten veel meer betekenen dan een mooie peer review voor de betrokken geleerden. Het in kaart brengen van wat er op kwantumfysisch niveau gebeurt, geeft ons immers inzicht in de structuur van universum. En bij uitbreiding een beeld van wat daarbuiten zou kunnen liggen. Het zou wel eens kunnen bepalen hoe wij onze eigen plaats in dat nieuwe universum zien en veel meer.
Wie graag wat meer wil weten over de LHC moet vooral de TED Talk van Brian Cox bekijken. De mens is hardcore fysicus én rockster!
En natuurlijk moest Google dat ook vieren… met een mooi logo!
De namiddag werd op gang getrokken door Daniel Burka, creative director van Digg. Hij vertelde heel bevlogen hoe ze bij Digg nieuwe features bedenken en in Digg verwerken. Interessant waren de lessen die ze hieruit trokken. Hoe stoot je je gebruikers niet voor het hoofd met allerlei loginschermen? Hoe communiceer je met je gebruikers over veranderingen? Hoe vang je problemen op? Etc.
Daarna volgde Tantek Celik over Microformats. Ik had er redelijk wat verwacht maar zijn talk viel wat tegen. Hij vertelde over het nut van Microformats zonder echt heel concrete voorbeelden te geven. En aangezien ik zelf redelijk onbekend ben met Microformats… Enfin, ik heb wel even gespeeld met Google’s Social Graph API die gebaseerd is op Microformats.
Vervolgens stelden Matt Jones en Matt Biddulph in de meest anarchistische talk van de dag Dopplr voor. Via Dopplr kan je tonen waar je bent en welke trips je nog gaat maken. Dopplr vergelijkt dat met de plannen van je contacten zodat je te weten kan komen of je toevallig niet op dezelfde locatie bent als hen. Echt handig wordt Dopplr door zijn openheid en de links met tal van andere sociale netwerken. Informatie op Dopplr kan je uiteraard delen met Flickr, FireEagle, Twitter, Facebook en nog een pak anderen.
Tenslotte sloot Jeremy Keith, cofounder van ClearLeft, dConstruct af met een zeer filosofische talk over kwantumfysica, determinisme, sociale theorie,… Om maar tot het punt te komen dat je het succes en de evolutie van sociale webapplicaties – of beter sociale web frameworks – helemaal niet kan voorspellen. Er is geen welomlijnde doorslaggevende factor die het succes van een applicatie bepaald en waarop we kunnen inspelen.
En zo trokken we allemaal de avond in. Wij trokken naar een Kentucky Fried Chicken en daarna was er nog een afterparty georganiseerd door BBC Backstage waar we een leuke babbel hadden met onder andere de initiatiefnemer achter Loose Connection.
Tubeday. Ik zit nog aan de overkant van de plas, maar deze heb ik alvast voor jullie klaar gezet. Deze week in het uitstalraam: Husky Rescue met New Light of Tommorow.
Luister ook eens naar de Bonobo remix. Want die mag er best wel wezen.
Joshua Porter sprak over social biases, heuristcs (of rules of thumb) en de meest duivelse praktijken om mensen naar je eigen dienst te lokken. Social design op zijn best.
Aleks Krotoski had het over hoe de games industrie en de web industrie meer aan kruisbestuiving met elkaar moeten doen. Als psychologe had ze vooral veel interesse in hoe social design en concepten binnen een game context kunnen worden gebruikt. Jammer genoeg viel haar talk wat tegen. Ze kwam niet echt volledig tot een punt.
Steven Johnson had het dan weer over het urban web. Hij bracht eerst de case van John Snow waarin hij toont hoe je door intelligent met data en visualisatie van netwerken tot interessante en nuttige conclusies kan komen. Vandaag probeert hij hetzelfde te doen met Outside.in en Radar: in plaats van eindgebruikers – of local content producers – expliciet hun content te geotaggen zou hun Radar dienst de content scannen op plaatsnamen,… en die dan slim geotaggen. Zo wordt content location-aware. Handig als je vooral de ‘local buzz of chatter’ wil volgen die anders verloren gaat.
Kijkt! De jongens en meisjes van Google lanceren hun eigen browser: Google Chrome. Tof! En van alle reacties was deze tweet van Steven Frank eentje die keihard opvalt.
Jezelf een plaatsje te veroveren op de browsermarkt is zo’n beetje hetzelfde als lid worden van een exclusieve golfclub: je moet al verdomd goed zijn én gewicht in de schaal kunnen werpen, wil je iets betekenen. Waarom zou Chrome dan zoveel beter zijn dan de rest? Wel, het uitgangspunt van Google is dat de technologie waarop de concurrentie bouwt stamt uit een tijd dat websites nog websites waren en geen intelligente applicaties. Een tijd waarin je werkelijk nog kon spreken van een webpagina met louter tekst en misschien een foto. Hedendaagse browsers zijn niet gebouwd voor de noden en eisen die moderne webapplicaties zoals Facebook stellen. Daarom besloot Google om van de grond af een browser te bouwen die met specifieke hedendaagse problemen zoals usability/interfacing, stabiliteit, webstandaarden, interoperabiliteit, veiligheid, integratie,… rekening houdt.
Alle details vind je in het uiterst leesbaar en knuffelbare Chrome comic.
Alleen… het blijft nog maar eens een nieuwe browser. En waarom zou de gemiddelde internaut die willen downloaden, installeren en leren gebruiken? Als je de features op de Chrome pagina leest, dan zijn die op het eerste zicht ook niet zo wereldschokkend: tabbed browsen? Importeren van bookmarks? simpler downloads? Ja, die crash control lijkt wel interessant. Enfin, de beste elementen die in de andere browsers zitten. De echte verschillen zitten immers onder de motorkap: een volledig nieuwe javascript engine, een totaal nieuw concept qua procesbeheer, webkit als HTML rendering engine,…
Wat voor de gemiddelde surfer echt van belang is, is dat pagina’s sneller inladen, je computer niet volledig lijkt vast te lopen op flash of java, advertising onderdrukt wordt,… de typische user experience. Google heeft voor de early adaptors alvast een beta versie vrijgegeven om eens mee te spelen.
Ik heb het ding ondertussen even geïnstalleerd op mijn windows toestel en er even mee gespeeld. Wat valt er op?
De browser start razendsnel op.
Sites laden zeer snel in. Zelfs resourcemonster Facebook.
De interfaces is werkelijk minimalistisch gehouden. Alle aandacht gaat naar de viewport.
De Google zoek zit in de URL locator bar geïntegreerd. Tik je een website of een zoekwoord, dan lanceer je in feite een zoekopdracht via Google.
Shift – Escape en je ziet het taakbeheer van de browser. In feite is Chrome een beetje Google OS. Wat valt op? Mijn site weegt 6Mb door, Facebook vreet meteen 21Mb aan geheugen en de Flash plugin een goeie 18Mb. Omdat het allemaal gescheiden processen zijn blijft alles lekker snel draaien als aparte mini-applicaties.
Gears zit ingebakken maar ik moet nog wat uitvogelen hoe dat spul aan de klap te krijgen.
In alle eerlijkheid, na tien minuten spelen met Chrome voelt Firefox opeens een stuk primitiever aan. Zeker die aparte Google zoekbar die ik toch wel vrij vaak gebruik.
Oké, genoeg om enthousiast over te zijn dus vanuit technisch oogpunt.
Vanuit een strategisch oogpunt doet Google met deze browser een serieuze gooi naar de desktop. Microsoft mag zich gerust bedreigd voelen want dit heeft alvast een zeer goeie eerste indruk op mij gemaakt. Firefox zou nu 20% van de browsermarkt in handen hebben gekregen in de laatste 4 jaar. Chrome zou het zelfde kunnen doen in 2 jaar volgens de techbobo’s. En daar zal het wel niet bij blijven want de echte toekomst is mobiel. Google werkt ook aan Android: een software stapel met een OS, allerlei API’s en what not om mobiele applicaties te schrijven die makkelijk met elkaar kunnen interageren. Het is één van die technologieën die tegenover het huidige iPhone succesverhaal staat. Een killerbrowser op een killermobiel platform. En bovendien allemaal “open source” of toch op zijn minst op open standaarden gebaseerd.
Ik denk dat we Google best wel in het oog mogen houden in de komende jaren. Zij zijn een positie aan het innemen om een flinke stempel op het web van de toekomst te drukken.