Netsensei

Much Ado About Nothing

Bookmarks van November 4th tot November 8th

Huizenjacht

Zo. Nu ik Amerika achter de rug heb, pak ik de volgende uitdaging met beide handen aan: in de komende weken/maanden(?) een woonst vinden in het Leuvense. Meubels heb ik al. Nu nog een betaalbare plaats vinden om die te zetten.

Gisteren heb ik een appartement in 3000 gaan checken. Het was de eerste grote kanshebber: goed gelegen, niet al te duur en net niet te klein. Alleen jammer dat het al was bemeubeld. Mijn eigen – overigens degelijke – IKEA huisraad van de hand doen voor gammele rieten keukenstoelen, een oude laminaattafel, een uitgeleefde kleerkast en mouzekes die voor zetels moeten doorgaan, daar doe ik niet aan mee.

Vanavond ben ik dan bij een immokantoor op de Martelarenlaan binnengestapt. Ze hadden nog iets dat mij wel kon interesseren. Ik mag vrijdagavond een appartement bezoeken. Ook binnen 3000 en vlak aan het station. Ik ben benieuwd…

ABDB

ABDB of Alles Beter Dan Bush. En Amerika koos dus voor Obama. De wereld slaakt een diepe zucht: eindelijk een democraat en een mens die lijkt te weten waarover hij het heeft en waarom het draait.

Ik herinner mij het moment waarop ik vernam dat Dubbaja het voor het eerst tot prez schopte nu acht jaar geleden. Op de Blandijn waar ik studeerde heerste toen bij de meesten het vieze gevoel dat het niet anders dan fout kon aflopen. Toen ik vanmorgen de TV opzette was mijn reactie een mengeling van opluchting en reserve.

Het is inderdaad een flink verdienste om als zwarte democraat te schoppen tot president. Van zero to hero als het ware. Maar nu begint het echte werk: laten we hopen dat Obama het de komende 4 jaar ook effectief waar weet te maken. Amerika zit in een diep dal en het wordt een hele opgave om daar uit te klimmen. Een beetje president weet het doorgaans pas écht waar te maken in zijn tweede ambtstermijn. Voor Obama ligt de lat dan toch nog een stuk hoger. De wereld verandert met zijn verkiezing niet van vandaag op morgen, maar veel langer wil ze toch niet wachten op de langbeloofde ‘Change’ uit Obama’s campagne.

Ik gun Obama het voordeel van de twijfel. Uiteindelijk maakt de president immers niet alleen het beleid, maar ook de mensen die hij aan het hoofd zet van de verschillende ‘departements’ binnen zijn ‘administration’. Laten we ook niet vergeten dat het Congres grotendeels werd herkozen naast nog een pak andere functies Amerika koos daarbij duidelijk voor de Grote Schoonmaak want de volgende jaren wordt het ook daar een democratisch onderonsje. In de Senaat is het nu 56 tegen 44 zetels en in het Huis zou dat 241 tegen 160 zetels zijn. Change? Zeker. Nu eerst nog zien hoe dat ook vertaald in politiek.

Montreal

[![Montreal][1]][2]

Rear mirror

[![achteruitblik][1]][2]

Vermont

De laatste dagen beschikte ik niet meteen over internet om goed te bloggen. Het hotel in Montreal bood namelijk een verbinding aan die gewoonweg weigerde te werken. Jammer. Vandaag vertrekken we terug naar Europa. Momenteel blog ik dit vanop Burlington Intl Airport in Vermont, US of A. Jawel, omdat onze huurauto in de States werd gehuurd moesten we vamorgen vanuit Montreal de grens terug oversteken. De intercontinentale vlucht vertrekt vanavond immers vanaf JFK, New York. Dat betekent dus dat we hier de huurauto vanmorgen in Burlington achterlieten en over twee uur met een binnenlandse vlucht naar New York vliegen.

We landen dinsdagmorgen om 8u30 in Zaventem.

Toronto II

Verslagje met een dagje vertraging. Gisteren hebben we Toronto verder verkend. We trokken eerst naar Yorktown. Dit is het oude centrum van de stad en naar volgens de Lonely Planet gids zouden er heel wat leuke winkeltjes en een pittoreske buurt aantreffen. We vonden er de indrukwekkende St Lawrence market, een overdekte hal voor een permanente markt. Op de gelijkvloerse en ondergrondse verdieping stonden er rij na rij met togen vol verse vis, vlees, specerijen, brood en meer. Tussendoor merkten we ook afrikaanse stalletjes met prullaria op. De wijk zelf stelde dan weer teleur. Veel meer dan de gemiddelde lei met herenhuizen in het Antwerpse was er niet te zien.

Rond de middag trokken we dan maar naar de andere kant van de stad: Kensington market en Chinatown. Halverwege vonden we het toch net iets te koud en besloten we in Toronto’s fabuleuze ondergrondse PATH systeem te duiken. We bevonden ons onder het kloppende financiële hart van de stad en Canada: de Toronto Stock Exchange. En dat merkten we aan de drukte en de talloze zakenmannen en -vrouwen die er gehaast lunchten. Eén van de mooie wonderbaarlijke elementen in het PATH systeem zijn de zogenaamde Food halls: een hall vol met publieke – gemeenschappelijk onderhouden – tafeltjes en stoeltjes en daarond talloze stallen van grote ketens zoals McDonalds tot de lokale Thaï, Griek of Italiaan die een snelle hap aanbieden. Iedereen koopt er zijn lunch en het had veel weg van een drukke Alma, Overpoort of Brug. Met dat verschil dat het er vol liep met kantoorwerkers, accountants en dies meer. Allemaal in druk gesprek of verslingerd aan hun mobieltje of blackberry.

Kensington Market en ChinaTown bereikten we uiteindelijk met de ultragoedkope metro. Eerlijk gezegd viel ook die wijk wat tegen. Veel was er nu niet te zien en op straat waren de meesten te gehaast om de eerste koude te ontsnappen. Chinatown was dan wel weer speciaal: letterlijk Azië in het midden van Toronto. Op een streep van een kilometer loopt het vol met aziaten, Chinezen, Thaï, Vietnamezen,… zelfs de straatnaambordjes zijn in het Chinees vertaald. En de winkels die toch op straat hun waren uitstalden hadden de meest exotische groenten, vlees,… uit het verre oosten in de aanbieding.

Uiteindelijk belandden we terug op Yonge Street. ’s Avonds brachten we door in het Iers/Canadese café tegenover het hotel. De Toronto Maple Leafs speelden een hockey thuismatch tegen Annaheim. Hockey is hier de nationale sport. Persoonlijk vind ik een spelletje hockey meer schwung hebben dan voetbal. De puck gaat razendsnel rond en de dik ingepakte spelers schieten razendsnel en trefzeker over het ijs. Best wel spectaculair om groot scherm te zien.

Vandaag zijn we met de auto dan weer een goede 500 kilometer noordoostelijker getrokken. We checkten in de late middag in in ons hotel dat een toch wel zeer fancy motel blijkt te zijn. Tot nu toe hebben we geen klagen over de verblijven: allemaal zeer proper en de kamers zijn bijzonder ruim naar Europese standaarden. Bovendien krijgen we – bij wijlen gebrekkig – internet en de beruchte Amerikaanse cable tv bij. Het inchecken ging tot nu toe altijd zeer vlot. De receptionist had ons vanavond wel de verkeerde kamer toegewezen. Met onze sleutelkaart konden we een kamer binnen die bezet was door een andere hotelgast. Gelukkig was de persoon in kwestie niet aanwezig en we vertrokken meteen toen we de bagage zagen liggen. De receptionist wees ons meteen een andere kamer toe.

Ottawa zelf is samen met Montreal één van die laatste grote stedelijke centra voor het wilde en natuurlijke Canada begint. Op weg hier naartoe hebben we de natuur gaandeweg zien veranderen. Alles ziet er hier net iets meer verweerd uit door de winterkoude. En de flora ziet er ook redelijk robuust uit. Vooral veel dennen. Op weg hier naartoe zagen we redelijk wat kadavers – ook wel roadkill genoemd – van herten, possums en andere beesten langs de kant van de weg. Zij die het niet haalden van het verkeer op de highway.

Het weer is hier trouwens sinds een dag of twee omgeslagen en het kwik heeft een flinke duik genomen. Het vriest hier ’s nachts en overdag staat er buiten een strakke, ijskoude wind. Niet echt weer om buiten te komen. Ottawa heeft zeker niet de grandeur van de reeds bezochte steden. Wat opzoekwerk leert ons dat er wel wat klassieke kunstmusea zijn maar uiteindelijk is de hoofdstad van Canada vooral een administratieve bestuurscentrum vol publieke kantoren en instellingen. We plannen straks onze dag van morgen en we vertrekken vrijdagmorgen vroeg naar het grotere broertje: Montréal.

Toronto

Gisteren trokken we onze stapschoenen aan (en na koffie bij Starbucks) en verkenden we Toronto. Het hotel ligt hier in een zijstraat van Yonge Street. Dit is een befaamde asfalt strook hier en staat bekend als de langste straat van Toronto. In Toronto strekt ze zo’n 100 kilometer ver maar in ruime zin loopt ze eigenlijk door tot in Minneapolis. Yonge is het kloppend hart van commercieel Toronto. Vandaar trokken we naar Bloor Street waar alle hippe kledingzaken zich bevonden. Fashionminded zoals we zijn hielden we het op wat etalage kijken.

De eerste echte stop was de wijk Annex: een residentiële wijk waar je heel wat typische Amerikaanse huizen vindt. Met de herfst en het nakende Halloween heerst er een nogal spokerige indruk. O ja, heel wat huizen zijn hier mooi versierd met pompoenen, poppen, kransen en meer. Grappig. Hoogtepunt van de Annex is het beklimmen van een klif die ooit de waterlijn van, het nu uitgedroogde, Lake Iroquois was. Dat deden we via de Baldwin Steps. Toronto zelf ligt immers op de prehistorische meerbodem. Op de klif zelf ligt Casa Loma. Dit herenhuis is een ecclectisch geheel van torentjes, waterspuwers, bouwstijlen, gebrande ramen en meer. De bouwheer was een rijke zakenman die aan het begin van de 20ste eeuw het kitscherige huis neer liet zetten maar na een paar jaar failliet ging en het van de hand moest doen. Sindsdien is het een toeristische trekpleister.

Van Casa Loma namen we de, zeer proper onderhouden en erg efficiënte, metro naar de University. U of T zoals deze alma mater heet, is een gigantische campus aan de rand van de stad. Het loopt er vol van studenten en personeel. We bezochten even door de oude gebouwen van Trinity College en Hart House. Na het middageten besloten we af te zakken naar het moderne Toronto.

Eerste stop waren de gebouwen van de CBC of Canadian Broadcasting Center. Er was een klein museum waar je een heleboel props, poppen uit kinderprogramma’s, microfoons en machines terug kan vinden uit hun TV geschiedenis. We namen ook een kijkje in de radiostudio’s van de CBC. Vlakbij ligt de befaamde CN Toren. Dit is zo’n beetje de hoogste toren van de streek met 500+ meter. Inclusief Antenne. Voor een paar dollar namen we de lift omhoog waar we getrakteerd werden op een prachtig uitzicht ondanks het bewolkte en ietwat regenachtige weer. Speciaal is de ‘glass floor’: een glazen vloer waaronder 500 meter leegte gaapt. Niet voor mensen met hoogtevrees. Tenslotte besloten we terug richting Yonge te trekken via het PATH systeem. Toronto is niet alleen een bovengrondse stad, maar ook een ondergrondse. Een systeem van gangen, ondergrondse winkelcentra en veel meer vormen een gigantisch systeem van tunnels die je toelaat om door het centrum te lopen zonder ooit bovengronds te komen. Gezien de complexiteit neem je beter een plannetje mee want je verdwaalt er zo in. Maar speciaal is het wel.

De avond besloten we met een maaltijd in het lokale, zeer hippe Hard Rock Café. Tijdens het wachten op een plaatsje buiten werden we een paar aangesproken met de vraag of we geen ‘bouncers’ waren. Niet dus. Vandaag trekken we richting Kensington Market en Little Italy. Het is hier een stuk kouder dan gisteren. Dat belooft!

Niagara Falls II

[![Horseshoe Falls][1]][2]

Niagara Falls

Gisteren hielden we halt in Niagara Falls. Op de kaart is dat een klein ommetje op weg naar Toronto en dus vonden we het de moeite waard om daar een nacht te blijven. De watervallen zelf vormen een deel van de Niagara River die Lake Erie met Lake Ontario verbindt. De watervallen werden in de 18de eeuw door de Henegouwse pater Louis Hennepin ontdekt. Sindsdien hebben ze een ware aantrek gehad op industriëlen die de kracht wilden harnassen in energie tot de gewone toerist. Vandaag is er rond de watervallen een klein stadje ontstaan dat enkel maar leeft van het toerisme. De watervallen liggen trouwens net op de grens tussen de States en Canada wat het grenstoerisme alleen maar voedt.

De watervallen zelf zijn, wel, schilderachtig en bijzonder indrukwekkend. Vanaf de Candadese kant kregen wij een fantastisch panorma voorgeschoteld. De foto zal wel voor zich spreken. We konden langs een klein voetpad op de Canadese klif (waarom sluiten ze de autoweg niet af en maken ze er geen esplanade van?) helemaal tot het uiterste punt waar het water in de kloof stort, lopen. Er stijgt constant een gigantisch wolk waterdamp waardoor het hele stadje in een constante nevel lijkt te hangen.

Waar toeristen komen vind je ook een uitgebouwde middenstand om de geldbuidel bij wat lichter te maken. Zo wordt de Canadese kant gedomineerd door de Skylon Tower. Een enorme betonnen piek waarop UFO gewijs een roterend restaurant zit. Uiteraard zijn wij daar gisterenavond een hapje wezen eten. Een beetje aan de dure kant, uiteraard, maar het onvergetelijke uitzicht en het lekkere eten was het geld meer dan waard. Twanne en ik waren het er duidelijk over eens dat we elk eigenlijk met de verkeerde persoon aan tafel zaten om hiervan te genieten.

Er bevinden zich ook een aantal casino’s en voor de lol wilden we wel eens eentje binnen stappen. We hadden immers nog een paar US dollars over. Eerlijk gezegd liet dat bezoek een gemengde indruk na. Rij na rij met slotmachines waar Amerikaanse toeristen van alle leeftijden en beroepen gebiologeerd werden door de goedkope MIDI jingles en de felle kleurtjes. Bedoeling is dat je je geld in de gleuf van een machine steekt, op een knop duwt en hoopt dat er meer geld terug uitkomt. Uiteraard ben je je geld nog sneller kwijt dan je het erin kan steken. Ik vond er absoluut niets aan en gewoon dom. Er waren ook ettelijke poker- en blackjacktafels. Stapels chips rolden er goedkoop en de mensen die je er zag hadden duidelijk al een flinke speeltijd opzitten. Ik vond het steeds zieliger en dommer worden. Uiteindelijk speelden we elk goed 25 dollar kwijt en gingen we op zoek naar beter vertier. Niet dat we dat echt vonden want eigenlijk is Niagara Falls ’s nachts niets meer dan een veel te duur pretpark voor flauw, kitscherig en fout amusement. We hielden het dan ook op een late night koffie in de Starbucks voor we naar bed trokken.

Vanmorgen legden we op goed 3 uur de afstand naar Toronto, 130 kilometer verder, af. Scarlett, zo hebben we onze GPS ondertussen gedoopt, stuurde ons een enkele keer verkeerd in downtown Toronto. De stad kan trouwens wedijveren qua drukte met New York of Londen. We arriveerden hier tegen 14 uur en hebben de buurt hier ondertussen wat verkend. We zitten hier drie nachten. Morgen trekken we de stad écht in.

« Vorige blogposts Pagina 69 van 245 pagina's Volgende blogposts »