Netsensei

Much Ado About Nothing

Al Italia

Toscane is altijd schoon. Vorig jaar was het fantastisch en dus zijn twee dagen auto heen en twee dagen auto terug, geen grote hinderpaal. Zeker niet als je voorzien bent van de luisterverhalen van het Geluidshuis, muziek, een paar zakken koeken en voldoende drank en een draagbare DVD speler om het publiek op de achterbank goed geluimd te houden.

We hadden met het vliegtuig op Firenze kunnen vliegen. Dan ben je er in twee uur of zo. Maar met de wagen doorkruis je het mooie Franse landschap, de imposante Alpen en Zwitserland en zak je via Milaan en Emilia Romagna af richting Toscane. Zoals zovelen verblijven we een nachtje in Mulhouse, op een half uurtje van Basel. Dat maakt het verhapstukken van de afstand toch wel aangenamer. Maar elke kilometer brengt ontegenzeggelijk de zon dichter bij en zodra je de San Gottardo door bent, is er geen ontkennen meer aan: dit is Zuid-Europa.

We verblijven in de streek rond Poggibonsi, een stad gelegen tussen Siena en Firenze en redelijk centraal in Toscane. Poggi is qua omvang iets kleiner dan Brugge, met een klein stadscentrum. Maar je vindt er wel alles terug. Er is een winkelstraat die nog niet al te erg is over genomen door de grote ketens en je vindt er in alle hoeken trattoria’s, gellateria’s en osteria’s. Buiten de stad vind je de iets grotere winkels. Met twee bezoekjes aan de Pam Superstore om boodschappen spring je al een heel eind ver.

Je zou denken dat je met de auto dan makkelijk overal naartoe kan, maar vergis je niet: de regionale tweevakswegen en de ontelbare kronkelbaantjes door de heuvels maken van elke uitstap een ware odyssee. Wat op de kaart dichtbij lijkt, is in werkelijkheid een uurtje rijden. Gelukkig is er het schilderachtige landschap die van elke roadtrip een waar plezier maakt.

Toscane in de zomer, da’s warmte. Alleen was het er dit jaar wel heel erg warm. Volgens onze italiaanse gastheer was de vorige zomer met zijn onweders niet zo fantastisch, maar de hittegolf met dagtemperaturen rond 40 graden was toch ook niet van de poes. Overdag bleven we in onze agriturismo gewoon aan of in het zwembad hangen met een goed boek. Meer hoefde dat eigenlijk niet te zijn om de batterijen op te laden.

’s Avonds trokken we dan op verkenning in de wijngaarden en de boomgaarden. Toscane, da’s een en al groen en natuur. Zelfs in het putje van de zomer is het er niet zo dor als je zou vermoeden. En het zit er vol met beesten. Een paar herten gespot – en gefotografeerd -, slangenhuid gevonden, lichtwormpjes, hagedissen,… Als je een beetje je ogen open houdt, dan zie je heel wat. Zeker bij valavond. En zodra de zon helemaal onder horizon was, ging het richting Poggi centrum om een ijsje. De hele stad komt in het donker terug tot leven. Pleinen en straten lopen vol en winkels gaan open: het leven herneemt als de ergste hitte wat geweken is.

En dus bleef het aantal uitstappen dit jaar eerder beperkt: Certaldo Alto, Colle di Val D’Elsa, San Barberino.  Eén avond trokken we uit voor Siena. Prachtige stad, zeer toeristisch (uiteraard) maar geweldig gezellig. Niets zo fijn als op de Campo een gelatto te lekken in de nachtelijke koelte. Vorig jaar hadden we Firenze bezocht, maar eerlijk gezegd viel me dat toen eerder tegen. Veel drukte, platgelopen toeristische paden, chaos aan en in het Uffizi en een stuk grootstedelijker dan Siena. Dus lieten we Firenze dit jaar voor wat het was.

Opnieuw vroegen we ons af of we ons niet eens aan cursus Italiaans zouden moeten wachten. Met dank aan Google Translate: Posse chiudere una bottiglia di vino rosso? Nuttige kennis als je appartement gelegen is naast de citernes in de wijnmakerij.

Een paar weken voor vertrek bleek dat we een nacht langer in Italië zouden verblijven door een miscommunicatie. Maar waar? En dus besloten we in drie etappes terug naar huis te keren met een verlijf in Parma dat op onze weg lag. Het was een mooie afsluiter voor onze reis.  Ons hotel lag vlak aan het statige Parco Ducale met het hertogelijke paleis van de Farneses.  De brug over en je bent meteen in het centrum. Parma is niet groot, maar het is wel een geweldig shoppingparadijs met heerlijke restaurantjes. We genoten er van heerlijke Parmezaanse ham en kaas, risotto en pasta, gelatti en lambrusco. Een prachtige afsluiter van de reis.

Ik trek naar Italië en ik neem mee

… mijn Kindle Paperwhite gevuld met deze titels:

Andy Weir – The Martian

Omdat Hollywood in het najaar de film gebaseerd op het boek uitbrengt. Met Matt “I’ve got to science the shit out of this” Damon.  Kan niet missen.  En natuurlijk ook omdat ik de titel al eerder enkele keren heb zien passeren, zelfs ooit eens de eerste paragrafen had gelezen, maar me er nooit echt in heb verdiept.

Op Goodreads.

Scott Berkun – The Year without Pants

De ondertitel _“WordPress.com and the future of work” _Klinkt een beetje blasé, maar ik kocht dit boek vooral omdat ik gewoon benieuwd ben om te weten hoe het is om voor Automattic en Photomatt te werken. En omdat ik zonder WordPress niet zou staan waar ik vandaag sta.

Op Goodreads.

Conn Iggulden – Emperor. The blood of gods

Het is het laatste gedeelte van de Emperor reeks. Leest als een trein dus ik verwacht deze in no time uit te hebben. Ik ontdekte trouwens zonet dat de man niet stil heeft gezeten. Zijn Conqueror series gaat over Kublai Khan en sinds kort is het bezig met een Wars of the Roses series. Juich ik alleen maar toe.

Op Goodreads.

John Green – Paper Towns

Guilty pleasure. Ik heb in het begin van het jaar Greens’ The Fault in our stars gelezen. Dit zou een coming-of-age young adult novelle moeten zijn. En ja, er komt ook een film van uit.

Op Goodreads.

Paula Hawkins – The Girl on the train

Een thriller die in het voorjaar 13 weken op nummer één in de NY Times Fiction best-sellers lijst heeft gestaan. Iets met een vrouw die regelmatig per trein pendelt en gaandeweg verhalen verzint bij de mensen en de huizen die ze door het raam ziet. Benieuwd of het de moeite is.

Op Goodreads.

We trekken tien dagen naar Poggibonsi, een stadje dat tussen Siena en Florence ligt. We logeren er in de agriturismo waar we vorig jaar ook verbleven. Het spreekt voor zich dat ik hard naar uit kijk om terug te keren.

Data becomes art in immersive visualizations

“Data becomes the new soil.”

We zijn beland in een tijdperk waarin de hoeveelheid informatie die we op korte tijd genereren, volkomen explodeert. De kunst bestaat er in om je weg te vinden in die data en er een beklijvend verhaal mee te vertellen.

The Creators Project ging in het kader van ReForm op zoek naar artiesten die geweldig mooie dingen doen met data.

Neig schoon!

Eerlijk vlees

Allen de hand op steken wie zijn vlees in de supermarkt koopt! Jawel, ook wij behoren tot die groep. Althans, tot voor kort. Het is een klassieker: bij je wekelijks rondje door de supermarkt is de vleesafdeling de vaste prik. Niks zo makkelijk om die piepschuim bordjes met een brok kip, varken of rund uit het koelvak in je karretje te mikken. Geen wachtrijen, snel en efficiënt.

Wij maken nogal wat gerechten met kip. Een ratatouille, wok, een pasta. Even een kipfilet versnijden en opbakken. Alleen ergerden we ons steeds meer aan de kwaliteit. Bakken was meer “koken in eigen vocht” en het resultaat was vaak droge, dradige onbestemde witte brokken met een bruinig randje. Afin, niet echt smakelijk.

En dus besloten we om eens kipfilets van de buurtslager te halen. De schellen vielen van onze ogen. Die eerste keer kwamen we thuis met oversized filets.  Maar ze bakten perfect en o wat smaakten ze heerlijk naar kip.

We weten natuurlijk hoe kip hoort te smaken. Vroeger kochten we regelmatig vlees bij de slager. Ik werd zelf er al eens op uit gestuurd door pa of ma met een lijstje en wat geld. Of er kwamen een paar pakketten mee van de zaterdagmarkt. Uiteindelijk waren wij nu zelf door het gemak van de supermarkt routine die smaak gewoon kwijt geraakt. Het was even wennen om ze terug te mogen proeven!

Sindsdien proberen we regelmatig vlees bij de slager te halen. En ja, we betalen er iets meer voor, maar dat proberen we dan op andere manieren op te vangen.  Meer restjes te eten of voor veggie kiezen. De realiteit is dat die meerprijs voor een lekker brok vlees ook de eerlijke prijs is die zoiets normaal kost. Wat in de supermarkt ligt, is immers massaproductie die je bezwaarlijk ecologisch kan noemen. Het zijn hier natuurlijk nog geen Amerikaanse toestanden, maar het verschil stemt wel tot nadenken over wat we eten en wat de impact is op onszelf en onze omgeving.

Emperor

Iedereen heeft onderhand wel zo’n beetje Game of Thrones gelezen. Prachtige reeks. G.R.R. Martin heeft daar topwerk afgeleverd. En natuurlijk blijven we dan zo’n beetje op onze honger zitten terwijl The Winds of Winter en A Dream of Spring op zich laten wachten.

Niet getreurd. Martin haalt natuurlijk de mosterd ergens vandaan: de laatste 3.000 jaar geschiedschrijving zitten boordevol intriges, vetes, oorlogen, slechteriken, spionnen, mooie dames en stoere helden.  Het verhaal van Julius Caesar moet dus zo’n beetje gefundenes fressen zijn, dacht Conn Iggulden. En dus produceerde hij sinds 2003 de vijfdelige serie Emperor waar Caesar de centrale figuur is.

Emperor
Emperor

We beginnen de exploten van Gaius Julius te volgen als jonge snaak van zeven. We zien hem opgroeien tot een jonge vooraanstaande patriciër. Rome gaat door turbulente tijden en wordt geplaagd door burgeroorlogen. Caesar ontvlucht de stad en keert uiteindelijk via een ommetje langs Afrika terug.  Terwijl hij zich ontpopt als een tactisch genie, rijst zijn ster snel. De verovering van Gallië is geen walk in the park en vergt veel van de man. Bij zijn terugkeer steekt hij de befaamde Rubicon over om Pompejus uit de stad te verjagen.

Verwacht nu geen saaie hagiografie. Iggulden laat Caesar leven als een man met grote en kleine kantjes. Hij heeft wisselend succes bij de vrouwen, en door de keuzes die hij maakt kwetst hij zijn naaste omgeving. Net zoals in Game of Thrones, schakelt de auteur regelmatig over naar het standpunt van andere personages zoals Brutus of Servillia. Verschillende verhaallijnen lopen soms parallel met elkaar en komen elkaar terug tegen. Iggulden is ook een meester om, tijdens het vertellen, op een beklijvende manier de werking van de senaat of de functie van een tribuut uit te leggen zonder te vervallen in saaie beschrijvingen die het verhaal breken.  Uiteindelijk leest het geheel als een trein. Ik ben begonnen met lezen in het ziekenhuis en zonder mij te overhaasten zit ik nu reeds diep in het vierde boek.

Iggulden heeft zichzelf wel wat dichterlijke vrijheid gegeven. Sommige gebeurtenissen verliepen net iets anders en sommige personages hebben nooit bestaan. De auteur vermeldt dat ook expliciet in het nawoord en vermeldt duidelijk waar het verhaal afwijkt van de realiteit. Ik vergeef het hem graag omdat hij zelf aangeeft dat hij bovenal een goed verhaal wil vertellen.

Iggulden zelf heeft Engels gestudeerd en zelf onderwezen. De man weet dus van schrijven. Hij debuteerde met de Emperor reeks en dat merk je aan de eerste hoofdstukken van het eerste boek waar het nog wat zoeken is naar de juiste toon. Maar vanaf dan haalt hij een niveau dat zich gerust mag meten met G.R.R. Martin.

Aanrader? Aanrader! Te verkrijgen op Amazon.

Peaky Blinders

Het eerste seizoen, 6 afleveringen, op Netflix. Met muziek van Nick Cave en The White Stripes. En een machtige Cillian Murphy. In een keer uitgekeken. Aanrader.

10 weken post op

Ondertussen ben ik zo’n tien weken post-op. Twee maanden en een beetje. Waar sta ik nu zo ongeveer?

  • Sinds twee weken rijd ik terug met de fiets. Ik leg dagelijks de 7 kilometer heen en terug naar het station af. Voor mijn operatie eindigde dat altijd met drukkende pijn vlak onder mijn sleutelbeen. Die is nu volledig verdwenen.
  • Ik kan terug alle dagdagelijkse bewegingen – van autorijden tot computeren –  uitvoeren zonder pijn. Dat was voorheen ook niet het geval.
  • Mijn arm blokkeert niet meer als ik die boven mijn hoofd gestrekt laat zakken. Mijn ROM is momenteel bijna 100%.

Allemaal goede dingen, maar een schouder is een complex geheel van drie gewrichten. Er is nog een hele weg te gaan naar de finish:

  • Actief zware lasten torsen – een flightcase in het jeugdhuis, de zware rolluik van onze slaapkamer,… – daar moet ik voorlopig nog voor passen.
  • Mijn schouder naar binnen of naar buiten plooien (denk: portefeuille in de achterzak steken) doet nog altijd pijn.  Die vermindert wel week na week, maar ik mag rekenen dat daar nog een lange weg te gaan is.
  • ’s Morgens sta ik op met een spieren die wat tijd moeten krijgen om los te komen.

Medicatie neem ik niet. Als mijn schouder zeurt, dan is het gewoon kwestie van een andere houding te vinden. De kinesist zie ik nog steeds drie keer per week.  Ondertussen zitten we volop in de actieve oefeningen: met lichte gewichten en zo werken. Thuis werk ik dagelijks enkele sets af met mijn Theraband. Oefening en tijd geven om rustig aan kracht te winnen zijn de sleutel.

Was het een goede zaak om mij te laten opereren? Absoluut. Ik ben vandaag beter af in vergelijking met enkele maanden terug. Nu de zomer in om de rest van de weg af te leggen.

Oneerlijk

Het moet ergens in 2006 geweest zijn dat we elkaar tegen het lijf liepen. Op een BlogCom of een Blog Awards. Ik weet het mij niet zo goed meer. Ik herinner me wel de fijne jongedame die ik er toen ontmoette. 

Sindsdien volgden we elkaar virtueel en kruisten ook in het echte leven onze paden wel eens.

Ik herinner me hoe je mee deed met onze eerste bescheiden poging om een Brugse stadsblog te starten. En de korte periode dat we even pendelvriendjes waren.

Verder leefden we elk ons leven en bekeken we elkaar vanuit de verte via de sociale media. En we zagen van mekaar dat het goed was.

En dan viel de bom in oktober vorig jaar. Kanker. Kind toch. Ik was daar niet goed van. Oneerlijk is het juiste woord. Toch niet die fijne jongedame die nog een heel leven voor zich zou moeten hebben.

In de laatste maanden kwam er geen of geen positief nieuws. Drie weken geleden stuurde ik je nog een berichtje via Facebook. Even inchecken. Je zei het toen niet zo met zoveel woorden, maar je antwoord voelde aan als afscheid. Ik kon toen niet vermoeden dat het zo snel zou gaan.

Waar je ook bent, Evelien, rust zacht! 

Post op

Ik ben een week post operatie en alles gaat goed. Ik had mij voorbereid op veel pijn en ongemak maar dat valt allemaal zeer goed mee. Het operatieverslag vertelt me dat er minder werk nodig was dan gedacht.

Ondertussen krijg ik passieve kine. Om de andere dag word ik gemanhandled door een therapeut. En ik doe pendeloefeningen. Ik laat mijn arm hangen en de zwaartekracht doet de rest. Het plan is om binnenkort over te schakelen op actieve oefeningen,

De voorbije week kreeg ik de betere pijnmedicatie. Als het enigszins kan probeer ik die niet te nemen. Mijn maag protesteerde en van de zware kanonnen laat de geest steken vallen. Vuil spul, pijnmedicatie.

Ik mag mijn arm voorzichtig gebruiken. Liefst voldoende om de spieren geactiveerd te houden. Ik beschik wel over wat vrijheid, maar heel wat bewegingen zijn off limits. Tanden poetsen, bijvoorbeeld. Of mijn rug drogen na een douche. Of zelfs tikken op een klavier. Alles wat een beetje kracht en tijd kost, dat lukt niet echt. En mijn arm boven mijn hoofd tillen om een pull aan te doen is vooralsnog helemaal geen optie.

Volgende maandag eerste tussentijdse evaluatie door de chirurg. Benieuwd wat die gaat vertellen.

(Dit berichtje werd geschreven met de WordPress app op mijn iPad. Een touchscreen bedienen lukt vrij vlotjes.)

Birdman

Gisteren gingen we naar Birdman (or the Unexpected Virtue of Ignorance) in de Studio Skoop. Deze prent van Alejandro González Iñárritu sleepte onlangs nog de Oscar voor beste film in de wacht. Is ze ook echt zo goed?

De film opent met een single shot 10-minuten durende take doorheen de coulissen van Broadways’ St James Theatre. De kijker wordt meegevoerd in een meesterlijk in beeld gebracht ballet van personages, locaties en emoties op het ingehouden percussiewerk van Antonio Sanchez. Daarmee is de toon gezet voor een film met de lichtvoetige gravitas van een boksmatch in de brousse.

Centraal staat Riggan Thomson, een gesjeesde blockbuster acteur die na twintig jaar na zijn rol als actieheld Birdman achter zich wil laten en een nieuwe adem zoekt op de theaterplanken in een werk van Raymond Carver. Riggan heeft zowat alles geïnvesteerd in deze productie, maar helaas wil het allemaal niet zo vlotten. Birdman blijft hem achtervolgen. Soms zien we de veren van de actieheld in de hoek van het beeld terwijl hij met giftige woorden de waanzin in Riggans’ brein injecteert. Ondertussen doorprikt de realiteit Riggans’ droomwereld keer op keer. De previews zijn desastreus en zijn omgeving zet zich steeds meer tegen hem af.

Iñárritu brengt de Riggans’ val prachtig in beeld. De dialogen tussen Riggan Thomson en de gladde stand-in Mike Shiner (Edward Norton) laten je op het puntje van je stoel zitten. De actrices in Riggans’ gezelschap (Naomi Watts en Andrea Riseborough) brengen hem met hun magistraal gespeelde onzekerheid alleen maar verder naar de afgrond. Je kan niet anders dan afkeer voelen voor de op gewin gefocuste producer Jake (Zach Galifianakis) en de volledig zelf ingenomen critica Tabitha (Lindsay Duncan) Finaal is er Riggans’ afgekickte dochter (Emma Stone) die enigszins de stem van de rede lijkt te vormen, maar op geen enkel moment tot hem lijkt door te dringen.

Michael Keaton speelt de rol van zijn leven. Terugblikkend op ’s mans carrière had hij even goed zichzelf kunnen vertolken. Uiteindelijk liet ook hij de Beetlejuice/Batman franchise voor wat het was, twee decennia geleden. Wat dat betreft is dit geen beter statement over de artistieke uitdagingen die een acteur doorheen zijn carrière steeds opnieuw aan gaat.

Must see? Must see!

« Vorige blogposts Pagina 20 van 245 pagina's Volgende blogposts »