Netsensei

Much Ado About Nothing

De eigendom

“Zeg, ben je nu al verhuisd?”, Is zo’n beetje een vraag die ik af en toe te horen krijg. Neen. Nog steeds niet. Tot nog toe woont er nog steeds een huurster in mijn appartement. De huur is wel opgezegd in het begin van september, maar ze mag wettelijk gezien nog zes maanden blijven. Dus tot eind februari. Gelukkig is ze wel vol goeie moed op zoek naar een nieuwe woonst maar het resultaat blijft wat uit.

En dus bevind ik mij in een soort Vagevuur der Eigenaren.

Financieel voer ik een spreidstandje uit. Aan het begin van de maand betaal ik mijn lening af. En op het einde van de maand wordt de huur van de studio in Antwerpen bekostigd. Dat laatste wordt, gelukkig, dan meteen gedekt door de huur van het appartement in Brugge.

Maar desondanks draag ik wel de lasten.

  • Mijn domicilie ligt in Antwerpen maar ik pendel regelmatig naar Brugge voor familie, vrienden en afspraken. Daarnaast maak ik regelmatig spoortrips voor het werk, die gelukkig wel worden terug betaald. Treinkaarten kosten 74 euro. Op lange termijn is het de goedkoopste manier om te reizen, maar om eerlijk te zijn: als je werkt en niet meer in aanmerking komt om toffe kortingen te krijgen, dan is dat toch een redelijke hap uit het budget.
  • Er is de syndicus van het appartement waaraan ik voorschotten betaal op energie, gemeenschappelijke kas voor herstellingswerken,… De bijkomende kosten die de huurster betaalt, dekken die niet helemaal.
  • Er zijn de nutskosten van het appartement in Antwerpen.
  • Als er nu iets stuk gaat in het appartement in Brugge, dan brengt dat extra kosten met zich mee.

Dat laatste, daar ben ik gisteren nog mee geconfronteerd: de kranen in de badkamer en in de keuken besloten simultaan er de brui aan te geven. Een stielman laten komen kost walgelijk veel geld, maar gelukkig kon ik betrouwen op handige harry A. die zich bereid vond om zijn zaterdagmiddag op te offeren. Wij dus naar de Brico waar ik toch nog een dikke 77 euro aan sanitair mocht ophoesten.

Vooralsnog draag ik dus alleen de lasten zonder het genot. En dat is bij momenten redelijk frustrerend. Dezer dagen houd ik de PC banking nauw in de gaten. Nu heb ik de goede gewoonte gekweekt om in een Excel sheet mijn kosten te projecteren. Mijn vaste kosten heb ik in kaart kunnen brengen en één keer in de week werk ik bij wat mijn variabele uitgaven waren. Niet dat ik elk pintje, broodje of zo opteken, zo detaillistisch ben ik (nog) niet. Het idee is om bij te houden waar ik op het einde van de maand zal staan. Zo kan ik op tijd compenseren wanneer het nodig mocht zijn. En dat werkt wel.

Gelukkig is het maar een tijdelijke situatie. Zodra ik verhuisd ben zou de zaak een stuk eenvoudiger moeten worden:

  • Het gedoe met de huur valt volledig weg.
  • De treinkosten horen grotendeels weg te vallen.
  • De extra die ik betaal aan gas en elektriciteit in Antwerpen vallen weg.

Dat gezegd zijnde troost ik mij met de gedachte dat blijven huren hoe dan ook geen optie meer is en dat investeren in vastgoed een mooie zaak is die nog gaat renderen op lange termijn.

The road to success

Ook al denkt ge misschien een Ferrari te zijn, soms hebt ge toch ook maar naar het Universum luisteren.

Touch and go

Soms moet ge uzelf wat tijd gunnen. Om stil te staan bij de dingen. Om een ander perspectief te vinden. Om uit te zoeken waar ge staat en waar ge naar toe wil. Om tot nieuwe inzichten te komen. Om op uw plooi te komen.

H’asten, everything’s gonna be allright!

Compared to what

Take it away, Eddie Harris, Benny Bailey & Les McCann!

Dog days

Dat het de dagen zijn dezer dagen.

Big Harp – Everybody pays

Zondagmorgen. Kofie. Traag starten. YouTube gooit me een lijst toe van nieuwe dingen die ik eens moet bezien/beluisteren. En toen kwam dit naar boven.

Stevig ontbijt

Bon. Ik heb er al vaak overgeschreven. Maar zoals dat gaat, zit ik ’s morgens al eens op de trein terwijl die door een slaperig Vlaanderen dendert. Dat was vanmorgen niet anders. Het was redelijk rustig. Wat dagjesmensen, de werkmens die iets later begon en een paar studenten. In Sint-Niklaas stapte er een joelend klasje kindjes op, maar niks dat niet met een iPod op te lossen valt.

Ik had mij in de rapte een ontbijt gekocht en dat op de zetel naast mij gelegd. Bij mijn boekentas. Met één hand probeerde ik de Metro open te houden terwijl ik in de andere een Cécemel had. Ik lette even niet. Er streek wat toch en er passeerde een schaduw langs mijn coupé. Het volgend moment bleek mijn ontbijt verdwenen. Foetsjie. Weg. Vanished in thin air.

Ik was eerder verbaasd dan wat anders. Dus mijn kopje ging over de zetels op zoek naar de dader. Ik zag een zwarte schaduw verdwijnen uit het rijstel. Mijn busje Cécemel nog in de hand sprong ik recht, pakte mijn tas en zette de achtervolging in. Ik moest en zou de onverlaat te pakken krijgen. Nobody gets between me and my food.

De schaduw bewoog zich razendsnel doorheen de stellen. De trein schokte terwijl hij over wissels reed en ik vloog tegen de zetels aan. De schaduw leek het allemaal niet te deren. Uiteindelijk haalde ik hem in het laatste rijtuig.

Voor mij stond een klein mannetje wijdbeens in een zwarte pijama. Het gezicht was verborgen achter een zwart masker. Achter zijn rug priemde het heft van een katana.

Jawel.
Een onvervalste ninja.
Ik kon het moeilijk geloven.
Maar toch, een ninja!
Hier ging bloed vloeien.
Geweld en al.
Zoals in de films.

In zijn linkerhand klemde hij een zakje met van de Panos met daarin onmiskenbaar twee croissants. Even leek de tijd stil te staan terwijl we elkaar aanstaarden. Hij zag er vrij lening uit en leek heel snel de situatie te evalueren.

Ik kwam terug tot de werkelijkheid. Misschien was het maar een acteur of een grapjurk. Terwijl ik het busje Cécemel iets beter vastpakte, sommeerde ik hem luid de zak met croissants rustig op de grond te zetten. Hij leek te glimlachen achter zijn masker. Opeens ging het razendsnel. Hij greep achter zijn rug en het volgende moment suisden er twee shuriken langs mijn rechteroor. Tegelijk maakte hij een tijgersprong, greep het bagagerek vast en sprong over mij terwijl ik naar de grond duikte.

“HAAARRRRR!”

Een luide grom donderde door het treinstel en het geluid van metaal tegen metaal klonk boven mijn hoofd. Ik keek even over mijn schouder en zag hoe de ninja met zijn katana een piraat te lijf gaat. Ik lieg dus niet. Een piraat. Een echte. Zoals op zee. De piraat droeg een scharlakenrode jas op een wit hemd met veel franje, een zwarte broek en laquéschoenen met dikke goude gespen. Hij had dik lang, git zwart haar waarop hij een leren hoed droeg. Onder de hoederand kwamen twee rokende lonten uit. Maar het meest opvallend was zijn gezicht. Doorgroefd door jaren wind en zeezout, met een vertrokken mond en één oog waarin de hel zelf leek te gloeien.

“HAAAARRR! Kapitein Zwartbaard wil die croissants!”

De piraat zwaaide met zijn degen en kliefde een paar zetels in twee. Eén van die lelijke appelblauwzeegroene tafeltjes zeilde door de cabine. De ninja bleef de piraat maar te lijf gaan. Hij sprong op diens rug maar de piraat plukte hem gewoon op en zwaaide hem door de lucht. De ninja viel dwars door het glas van de binnendeur. Even leek het erop of de strijd was gestreden maar een luide “BANZAI!” maakte brandhout van die gedachte. De ninja vloog terug op de piraat en hakte met zijn katana de haak van diens rechterarm af. De piraat schreeuwde uitzinnig van woede. Hij greep de pijama van de ninja en begon die door elkaar te schudden.

Hoe harder de piraat schudde, des te harder leek het hele treinstel mee te schudden. Het ging maar harder en harder en harder. De Panos zak met croissants viel uit de gordel van de ondertussen bewustloze ninja. Ik kon ze net vastgrijpen met mijn ondertussen fijngeknepen Cécemel. Het schudden ging maar door.

“Ticketje alstublieft.”

Ik werd wakker en keek een ietwat verveelde conducteur aan. “Ticketje alstublieft!” Nog wat gedesoriënteerd overhandigde ik hem mijn ticket. Ik schudde mijn hoofd en keek naast me. Op de zetel lag een geplet zakje croissants en een leeg, kapotgewrongen busje Cécemel. Waarschijnlijk kapotgetrokken in mijn slaap.

Ik keek voor me. Tegenover mij staarde een gedrongen, aziatische medereiziger mij onverstoorbaar aan. Op zijn gelaat kon ik niks lezen over ’s mans gemoedstoestand. Zijn donkere ogen geleden naast me. Ik keek achter mij en zag in het andere gangpad een boom van een kerel zitten. Met donker, gitzwart haar en een witte plakker over zijn rechteroog. Zijn linkeroog leek te gloeien terwijl hij verbeten terug terug staarde.

Ik draaide me terug om, zette mijn iPod op en deed een schietgebedje dat de trein snel in Gent mocht aankomen vandaag. Liefst zonder vertragingen.

Rocks on tour

Op de Groenplaats staan er dezer dagen een paar artificiële rotsblokken. Courtesy of Rocks on Tour. Je kan er dus boulderen. En dat heb ik gisteren met J. dan ook gedaan. Wreed plezant. En uitdagend. Het weer was er bij valavond naar (lekker warm) en passanten durfden al eens stoppen om onze capriolen gade te slaan. Normaal gezien hang ik er vanavond nog een keer.

Mondays

Mocht u nog last hebben van The Mondays, dan zal deze groep vriendelijke heren u daar wel helpen vanaf te geraken.

Overigens ben ik totaal pro dat stand up meetings op maandag mogen starten met zo’n Haka.

Pijpajuin

Vrijdagavond. Kookles. Vanmorgen opgestaan, mijn handen ruiken gelijk nog naar de pijpajuin wegens dat ik een bussel van heb versneden. Maar ’t was wel machtig lekker. H., A. en ik namen het voorgerecht voor onze rekening: maatje met granaatappelvinaigrette met een slaatje van aardappelen en boontjes begeleid door een toef tuinkers. En lekker dat dat was!

« Vorige blogposts Pagina 39 van 245 pagina's Volgende blogposts »