Netsensei

Much Ado About Nothing

The Crown

Oh boy! Dingen om naar uit te kijken op Netflix:

Yes, ma’m!

Een beetje ziekjes

We zijn half januari. Twee weken na de feesten en je mag er veilig van uit gaan dat ik een griepachtig ding zou gaan krijgen. Gisteren was het van dattum: de hele dag voor pampus in bed/zetel gelegen en een huisbezoek van de dokter om de diagnose te bevestigen. Vannacht het klokje rond geslapen. Vandaag voel ik een stuk minder mottig, maar het bleef toch bij zetel hangen.

Gelukkig staat Black Sails op Netflix.

Harr!

Spookwandelen in Antwerpen

Gisteren waren we een dagje in Antwerpen voor de verjaardag van mijn schoonzus. Ze had een mooi programma voor ons uitgestippeld. Zo mooi dat ik de avond graag even met u deel, mocht u zin hebben om het eens dunnetjes over te doen.

  • Aperitief bij haar thuis (U zoekt uiteraard zelf een locatie en brengt, desgevallend, eigen drank mee)
  • Ellis Gourmet Burger op de Aldegondiskaai (tegenover het MAS). Ik nam een gewone Classic Gourmet Burger, maar andere zoals de Ellis Special Bacon worden warm aanbevolen.
  • Een bezoekje aan het MAS. Bekentenis: ik was nog niet op het panoramisch dak geweest. Prachtig om Antwerpen by night eens te zien!
  • Een Antwerpse Spookwandeling.  We vervoegden een groep van 20 deelnemers aan het Steen en trokken met een verhalenverteller de binnenstad in. Heel leuke wandeling van een flink uur-en-een-half. 10/10 would recommend!
  • We eindigden met een drankje in Bar Deco.

’t Was fijn om nog eens in’t Stad te mogen zijn!

Merkwaardige links: week 1

Zeven seizoenen zijn er ondertussen al van: Comedians In Cars, Getting Coffee. Geen idee hoe ik dat heb kunnen missen. De laatste episode is een must-see: Jerry Seinfeld bezoekt Barack Obama.

Het jaar beginnen doen we met het Online Trendrapport 2016 van Wijs. Maar liefst 160 bladzijden over mens en digitaal.  Alleen voor trendwatchers en marketeers? Zeker niet. Aanrader als je even wil spieken in de nabije toekomst.

TIL in 2015 deed Tom Hanks mee in I Really Like You van Carly Rae Jespen. Lipsync begot! Hashtag #upbeat.

Linus Tech Tips volg ik sinds dit voorjaar. Hij realiseerde dit waanzinnige project: 7 Gamers, 1 CPU – Ultimate Virtualized Gaming Build Log.

Joshua Kunst vroeg het zich af: What do we ask on Stack Overflow? Het resultaat is gewroet in data en statistieken met R en inzichten over de populariteit van technologieën.

We gaan nog wat geduld moeten oefenen: GRRM heeft The Winds of Winter nog lang niet af. Vinden we dat spijtig? Om het met de gevleugelde woorden van Neil Gaiman te zeggen: GRRM is not my bitch. Gewoon afwachten en ondertussen genieten, misschien zelfs herlezen, van wat reeds verschenen is.

2016: nieuwe start, lege inbox? Bankroet uitroepen is een bijzonder radicale start van het jaar. Dan is deze tip een ideaal compromis om het nieuwe jaar in te zetten en de Augiasstal uit te mesten.

Ik kocht een uurwerk

Het is van mijn studententijd geleden dat ik nog eens een horloge droeg. Toen was dat zo’n digitale, quartz gevalletje met plastic bandjes. Je weet wel, van die “water resistant” uurwerken die de geest gaven na een onfortuinlijke duik in een zomers zwembad, of een fietsrit door een fikse regenbui. Met de komst van digital devices leek me een horloge helemaal niet meer zo nodig. Dus stopte ik met horloges te dragen.

Een paar maanden terug begon het toch weer te kriebelen. Op Kickstarter kwam ik toevallig Helgray tegen. Mooie horloges, maar de meningen op het web bleken nogal verdeeld, dus ik hield de knip op de buidel. Het idee om te kiezen voor een automatisch, analoog horloge liet me niet los. En dus besloot ik om mij te verdiepen in de wondere wereld van de horlogerie.

Na flink wat verkennen, lezen, weifelen en twijfelen, heb ik uiteindelijk gekozen voor een Laco Aachen. Besteld op kerstdag, keurig geleverd een vijftal dagen later door Fedex.

Hier is ie rond mijn pols:

Laco Aachen
Laco Aachen

Waarom koos ik voor dit horloge?

Een horloge draag je niet alleen om te weten hoe laat het is: het is ook een accessoire waar je iets mee over jezelf zegt. Horloges heb je dan ook in alle soorten en maten: elegante voor sociale gelegenheden, stevige kasten om mee te sporten of extravagante om je te laten zien. De Aachen valt in de klasse van de Flieger of Pilotenuurwerken. Het zijn uurwerken die tot de verbeelding spreken: met hun zwarte wijzerplaat en witte wijzers keren ze terug naar de uurwerken die ontdekkingsreizigers en vliegeniers uit de eerste helft van de vorige eeuw droegen.

Een flink aantal modellen viel meteen af: horloges blijken nogal prijzige dingen te zijn. Ik wilde wel iets investeren, maar liefst zonder overdrijven. Laco biedt een best wel betaalbaar gamma.

Laco is een naam met geschiedenis. Het is een Duits bedrijf dat in 1925 werd gestart. In 1935, in volle aanloop naar de Tweede Wereldoorlog, schreef het Reichs-Luftfahrtministerium een aanbesteding uit voor het leveren van een uurwerk voor de piloten van de Luftwaffe: de Beobachtingsuhr of B-Uhr.  De opdracht werd gegund aan een klein aantal leveranciers waaronder Laco. Na de oorlog bleef Laco actief. Anno 2000 keerden ze terug naar het ontwerp van de B-Uhr.  Naast exacte replica’s ontwikkelden ze een hele lijn gebaseerd op het oorspronkelijke ontwerp. Mijn uurwerk is daar dus een afstammeling van.

De Aachen is geen exacte replica: de wijzers zijn bijvoorbeeld geen blauw staal en op de wijzerplaat staat er “made in Germany”.  Het buitenwerk is Duits maar de beweging is Japans: een degelijke Miyota 821. Het zijn die verschillen die de prijs maken, but hey, het is dan ook een instapmodel.

Ondertussen draag ik mijn uurwerk een kleine week. Hoe bevalt het mij?

Wel, het 42mm x 12mm tonnetje metaal zit comfortabeler om mijn pols dan ik had verwacht. De leren bandjes ben ik verrassend snel gewoon geworden. In het begin was in het begin even zoeken naar hoe ik het moest opwinden en juist zetten. Het is natuurlijk geen atoomklok, maar tot nu toe blijft hij vrij correct lopen.

De B-Uhr blinkt uit in eenvoud. Het doet slechts één ding: uren, minuten en seconden bijhouden. Het complete gebrek aan toeters en bellen vind ik een verademing. En een geweldig statement in deze tijden waar toestellen en interfaces digitaliseren en steeds meer functies krijgen.

Heb je tips waar ik online meer info kan vinden? Natuurlijk!

  • Worn and Wound is een blog bijgehouden door enthousiastelingen Zach Weiss en Blake Malin.
  • Watchuseek is een grotere review site. Vooral hun fora zijn een goudmijn.
  • Last but not least: /r/watches op Reddit.

Laat ook niet na om eens binnen te stappen in de betere horlogewinkel. Een uurwerk online bestellen houdt ook een risico in: een panne betekent onvermijdelijk het kleinnood terug naar de fabrikant sturen en hopen dat ze die willen/kunnen herstellen. Maar laat dat u niet tegen houden: de kans is groot dat een horlogeverkoper uiteindelijk net hetzelfde zal doen.

Zo, en nu ga ik nog wat genieten van mijn nieuwe aanwinst.

Ik deed mee aan #Hacktoberfest

Ik deed vorig jaar mee aan Hacktoberfest. DigitalOcean en Github motiveren dan een maand lang ontwikkelaars en enthousiastelingen om aan open source projecten mee te werken. Als je in oktober 4 bijdragen leverde aan projecten op Github, dan krijg je een gratis t-shirt en wat swag toegestuurd.

Of je beginner of ervaren rot bent: dat doet er niet toe. Iedereen kan mee doen. Enige voorwaarde is dat je met Git leert werken.

Het mooie aan Hacktoberfest is dat het een kans is om eens uit je comfortzone te stappen. Je leert andere projecten, nieuwe programmeertalen, frameworks en mensen kennen.

In ieder geval, het heeft even geduurd: maar vandaag arriveerde mijn shirt uit Tukwila, Washington (blijkbaar ligt dat vlak bij Seattle).

Volgend jaar opnieuw? Volgend jaar opnieuw!

15/16

Wat een jaar, zeg! Ik heb niet stil gezeten in 2015, een greep uit de highlights:

  • Ik ben data conservator geworden voor de Vlaamse Kunstcollectie. Bevalt het me? Zeer zeker! De digital humanities zijn een zeer interessant werkveld. Ik ben nog maar een jaar aan de slag en Rome werd ook niet op een dag gebouwd.
  • Sukkelde ik op 31 december 2014 met een kapotte schouder, klim ik een jaar later terug quasi pijnloos. Het was een jaar fysiek en mentaal afzien, maar me laten opereren is duidelijk de juiste beslissing gebleken.
  • Hoewel ik niet meer voltijds programmeer, was het een jaar waar ik meer dan ooit nieuwe dingen leerde en door zette in eigen projecten. Ik bouwde een software bibliotheek voor Europeana, ik werkte mee aan de dit project, ik dook dieper in Javascript en bouwde onder andere Spotter, ik bouwde een app voor mezelf in Laravel, ik leerde bij over (de)serialization, REST, API’s en nog zoveel meer.
  • Ik las heel wat boeken: geen massa, wel een fijne selectie. The Martian, Ready Player One en na Conn Igguldens’ Emperor reeks zit ik halfweg zijn War of the Roses. De Kindle Paperwhite die ik in 2014 kocht, is een geweldige aanschaf gebleken.
  • In juli trok ik naar voor het eerst naar Mainsquare in Arras waar we genoten van Muse. In oktober zagen we dan weer Editors in een gevuld Paleis 12.

En 2016?

Mijn schouder (her)leerde me twee belangrijke lessen.

De eerste: breek geen series. Het is maar door zo regelmatig mogelijk te beginnen oefenen dat ik terug kan klimmen. Dat oefenen gaat natuurlijk met goede en slechte dagen, maar dat doet er niet toe zolang ik zo consistent mogelijk kan blijven. Dezelfde les ben ik in de zomer ook beginnen toepassen op programmeren: elke morgen werk ik op de trein aan een stuk code. Die manier van werken, no matter what, heeft een naam: de Seinfeld Strategy, naar Jerry Seinfeld.

De tweede les: focus. In het voorjaar moest ik even alles op halt zetten om aan mijn eigen lijf te werken. Zo’n time out betekende keuzes maken en plannen in de koelkast plaatsen. En eigenlijk bleek dat allemaal zo erg nog niet. Er zijn maar zoveel uren in een dag. Het komt er op aan wat je met die tijd doet. DHH schreef daar een mooie blogpost over. Bovenal benadrukt hij dat er zelfs dan dagen zullen zijn dat je totaal onproductief bent, en eigenlijk is dat zo erg niet want iedereen heeft dat. Het is kwestie om daar gewoon niet te lang bij stil te staan.

Met die twee wijze lessen wil ik 2016 van start gaan.

Als ik dan toch één doelstelling wil voorop stellen, dan deze: mijn blog een reboot geven. Even in de databank duiken en het publicatie volume van de voorbije vijf jaar in een beknopte statistiek gooien:

(2010) 53 posts, (2011) 139 posts, (2012) 67 posts, (2013) 45 posts, (2014) 24 posts, (2015) 20 posts.

Tijd dus om terug wat meer te schrijven. Fuck het idee dat blogs dood zouden zijn. Als ik niet voor een ander schrijf, dan in de eerste plaats voor mezelf. Om te schaven aan mijn eigen schrijfkunst. Omdat alle profielen op sociale media platformen ten spijt, mijn on line identiteit uiteindelijk hier ligt. Omdat dit mijn langst lopende, persoonlijke project is.

In ieder geval, met dat voornemen, wil ik er vooral een rijk 2016 van maken en de rest nemen zoals het komt.

Terug in de klimgordel

Volgens mijn Swarm heb ik een streak van 4 weken in de klimzaal. Dat kan maar één ding betekenen: jawel, ik ben terug actief aan het klimmen. De schouder is voldoende hersteld.  Eigenlijk stak ik in september reeds de spreekwoordelijke teen in het water.  Op zaterdag- of zondagvoormiddag klimt er nauwelijks iemand: ik trok er dan alleen op uit om voorzichtig te oefenen.

Als je een jaar niet hebt geklommen, dan moet je terug van nul beginnen. Je kan niet zomaar de wand bestormen. De kinesist heeft me dagelijkse oefeningen opgelegd om mijn schouders aan te sterken, maar een uur traversé is toch nog steeds andere koek. Die eerste keer klimmen was dus een pijnlijke confrontatie.

Begin november ben ik terug begonnen met top rope.  Tussen traversé en top rope is er nog eens een wereld van verschil.  Die eerste klimsessie moest ik echt vechten om routes van laag niveau uit te klimmen. Na 45 minuten hield ik het toen voor bekeken. Maar content dat ik was om terug een klimgordel te mogen dragen!

Ondertussen zijn we een maand verder. Ik klim nog steeds niets boven niveau 5a.  Ik mag trouwens ook nog steeds niet meer dan één keer per week klimmen. Mijn schouder laat duidelijk weten wanneer ik in het rood ga. Maar ik merk wel de sprongen die mijn lijf maakt qua conditie.  Klimmen is trouwens niet alleen conditie, maar ook techniek: hoe kan je met een minimum aan bewegingen en energie, een stuk overbruggen? Dat ben ik niet verleerd: het verbaast me hoe snel ik op de wand terug val op oude reflexen zoals klimmen op de benen.  Wat ik wel mis is zelfvertrouwen op bepaalde bewegingen. Bijvoorbeeld  wanneer ik me mijn linkervoet op een crimp moet opduwen, terwijl ik mijn gewicht steun op mijn rechterhand en doorgrijp met links: als ik weg glijd, dan valt mijn volle gewicht op mijn rechterschouder. Eén keer meegemaakt: niet voor herhaling vatbaar.

Nu, het vraagt allemaal wel flink wat inspanning en motivatie.

’s Morgens vroeg oefeningen te doen? Yup. Pijnlijk? Hell yes! ’s Avonds ook mezelf motiveren om oefeningen te doen? Check. De dag beginnen om 7h ’s morgens bij de kinesist? Doing that. De boodschap van de dokter was dan ook vrij duidelijk: zolang ik actief wil sporten, moet ik dagelijks blijven oefenen.

No pain, no gain en al.

Kijkt gij nog veel TV eigenlijk?

TV is passé. Hing ik vroeger een ganse avond voor de buis, dan komt het tegenwoordig zelfs niet bij mij op om mij het bakje toe te eigenen en doelloos te zappen. Wat is er dan veranderd? Wel, ik woon niet meer alleen, for starters. Belangrijker is dat online streaming hier sinds jaar en dag serieus zijn intrede heeft gedaan. Blijkt dat het aanbod van video op hoge kwaliteit zoveel rijker is, vergeleken met wat televisie vandaag biedt. En door dat het multichannel gebeurt, kan je gelijk wanneer op gelijk welke locatie kijken naar wat je maar wil. Ik vind dat dus prachtig.

’s Avonds nestel ik mij met iPad of laptop en mijn Urbanears Plattan in de Poäng. Zappen is voor mij kiezen tussen Netflix of YouTube. De eerste is een no-brainer, maar de laatste is voor velen een minder evidente keuze.

YouTube bevat miljoenen video’s. Het overgrote deel is pure rommel, maar er zit ook heel wat met zorg samengesteld materiaal tussen. YouTube laat videomakers toe om een _kanalen _te maken. Dat zijn pagina’s waar je je video’s kan onderbrengen. Bezoekers van de site of gebruikers van de YouTube app kunnen zich inschrijven op kanalen. Zodra er een nieuwe filmpje wordt gepubliceerd, komt dat dan in hun gecureerde lijst van kanalen waar men op is geabonneerd.

Succesvolle videomakers bereiken in extreme gevallen zo miljoenen abonnees. Op dat punt hebben ze hun gewone job ingeruild om voltijds filmpjes te maken. In ruil krijgen ze van YouTube een deel uit de reclame inkomsten.

Stel dus dat je geïnteresseerd bent om eens een weekje te vullen met YouTube in plaats van televisie, hoe begin je daar dan aan?

  1. Eerst en vooral: zorg dat je een Google account hebt.  Heb je een gmail mailadres? Dan heb je een google account.
  2. Surf dan naar de YouTube site en klik op “sign in” om in te loggen.
  3. Onder elk filmpje staat een knop “subscribe”.  Vind je filmpjes van eenzelfde videomaker leuk, dan klik je op die knop om jezelf te abonneren op zijn/haar kanaal.
  4. Op de startpagina van YouTube staan er bovenaan twee grote knoppen, “Home” en “Subscriptions”. Klik je op die laatste, dan krijg je een lijstje met de meest recente video’s die in jouw geabonneerde kanalen werd gepubliceerd.
Homepagina Youtube

**

Op welke kanalen ben ik zoal geabonneerd? Wel, without further ado, een greep uit mijn abonnementen:

Casey Neistat is een entrepreneur – bekijk zeker eens Beme – en bekende online vlogger (video blogger) uit New York. Hij heeft zijn hart verloren aan de stad. Vanop zijn skateboard filmt hij zijn dagelijkse leven op eigen, hippe wijze.

Destin van Smarter Every Day is een nieuwsgierige ingenieur. Hij gaat op zoek naar wetenschappelijke antwoorden op gekke vragen en natuurverschijnselen en doet dat op zeer enthousiaste wijze.

De Slo Mo Guys zijn twee gekke Britten en een camera die kan filmen met een hoge framerate. Van ontploffende molotovcocktails tot gelei aan gort slaan met een tennisracket: ze filmen het allemaal in slow motion.

Mehdi van ElectroBOOM maakt geen onderscheid tussen bloopers en een gelukte opname. Zijn avonturen met elektriciteit eindigen doorgaans met vuurwerk, een brandplek of een kapotte telefoon. Maar op slinkse wijze leert hij je wel hoe elektriciteit werkt en waar je voor moet opletten.

The Geekgroup aangevoerd door Captain Chris Boden is een onafhankelijke bende nerds, geeks en een grote loods volgestouwd met hardware. Ze runnen The Geekgroup makerlab of fablab. Denk 3D printers, elektronica, CNC machines en nog zoveel meer. Een must voor elke DIY maker.

Fan van humor? Dan is Enter The Dojo Show misschien wel je ding. Persiflage in ware The Office stijl op de McDojo gevechtsportclubs in de States.

Mythbusters Jamie Hyneman en Adam Savage vloggen met hun crew op Tested. Hun video’s zijn eerder panelgesprekken, interviews maar ook rapportage over de projecten lopende in Savage’s legendarische workshop of productreviews van allerlei geeky gadgets.

Voor de gamers onder ons is Steven Williams aka Boogie2988 gewoonweg gefundenes fressen. De man en zijn alter ego Francis geven uitgebreid hun ongezouten commentaar op de gaming markt, de grote publishers van games en nog zoveel meer.

Geïnteresseerd in chemische reacties? Dan is Periodic Videos je goto kanaal. Professor Sir Martyn Poliakoff heeft het hele chemie departement van de University of Nottingham met succes op YouTube gekregen. Droge materie? Niet zoals zij elementen in beeld kunnen brengen.

Vsauce is een klassieker. Michael beschouwd reeds jaren de meest mindblowing vragen. Wanneer hebben we alle namen “opgebruikt”? Wat gebeurt er met de koplampen van je wagen als je aan lichtsnelheid zou rijden? Is jouw “rood” hetzelfde als mijn “rood”?

**

Ik ben nog op veel meer geabonneerd naast opgesomde kanalen. Aangevuld met Netflix staat er zo altijd wel een paar uurtjes gecureerde video content klaar.  YouTube zelf zal gelijkaardige filmpjes van andere kanalen aanbieden op basis van je abonnementen.  Op die manier blijf je niet hangen bij dezelfde kanalen maar loop je meer kans op nieuwe kanalen te landen die minstens zo interessant zijn.

Als ik  TV kijk, dan zal ik nog eerder via de Chromecast video streamen dan dat ik de digicorder aanzet om naar het reguliere aanbod te kijken.

De afsluitende gedachte is dat ik eerlijk gezegd ook niet zo snel terug zou willen keren naar een TV aanbod dat door zenders en verdelers wordt geprogrammeerd. Die media staan nu eenmaal onder druk en dat voel ik ook wel als ik dan toch eens TV kijk: men blijft plakken bij veilige formats en bekende koppen die goed liggen bij het grote publiek. TV voelt zo eerder steriel en gemaakt dan echt authentiek aan. Het staat toch allemaal in schril contrast met de durf waarmee videomakers op YouTube de grenzen van het medium elke keer opnieuw op zoeken.

Ready Player One

De toekomst wordt nog een interessante kwestie. Volgens Ernest Cline is het anno 2045 zo’n beetje game over met de mensheid. We hebben de aarde uitgeput en onze beschaving is vervallen in een semi-chaotisch dystopia. Hoewel, game over is misschien wat kort door de bocht: voor een bescheiden prijs kan je via je persoonlijke virtuele bril binnen stappen in de OASIS: het virtuele utopia waar iedereen zich zowat heeft terug getrokken. Zie het als een soort kruising tussen World of Warcraft, Second Life en nog wat games: een virtuele wereld waar alles mogelijk is. Zolang je natuurlijk de nodige credits op kan hoesten.

Ready Player One
Ready Player One

Wade Watts is een tiener zonder echte familie of banden die zijn leven – tot school lopen toe – slijt in OASIS. Het verhaal begint met het overlijden van de maker van OASIS. In zijn online testament maakt hij bekend dat er ‘easter egg’ in het spel verborgen zit. Wie de raadsels kan oplossen en de het Ei vindt, wordt zijn erfgenaam. En zo barst een race los tussen de meest uiteenlopende karakters en facties in OASIS…

Ready Player One is een boek voor gamers en geeks. Laat dat meteen duidelijk zijn: het hele boek steekt vol met verwijzingen naar elementen uit de pop- en gamecultuur van de jaren ’80, ’90 en ’00. Soms bekroop me het gevoel om paragrafen over te slaan omwille van de name dropping. Gelukkig wordt het nooit echt gortig en keert Cline tijdig terug naar de verhaallijn. En die verhaallijn is vrij rijk: er zijn een aantal parallelle verhaalbogen die afwisselend aan bod komen zodat het boek nooit gaat vervelen. Het mooie aan een futuristische wereld zoals OASIS is dat Cline er alle kanten mee uit kan gaan, en die mogelijkheden heeft hij ten volle benut.

Cline heeft een vlotte, lichte schrijfstijl. In het engels leest Ready Player One als een trein. Verwacht geen verheven literair werk, maar wel een spannend en vlot geschreven boek.

Aanrader? Zeker voor wie veel computergames heeft gespeeld of nog speelt en voor zie die graag eens een toegankelijke, spannende scifi lezen.

« Vorige blogposts Pagina 19 van 245 pagina's Volgende blogposts »