Netsensei

Much Ado About Nothing

Over de maatschappelijke rol van social media

Wat. Een. Week. De bestorming van het Capitool op woensdag was onuitgegeven. Even onuitgegeven was het feit dat de hele wereld ze live kon volgen via digitale technologie. Dit is zo’n gebeurtenis die we historisch noemen omdat we nu al geloven dat ze een gigantische impact zal hebben op het publieke debat en hoe de amerikaanse samenleving zichzelf zal definieren in de toekomst.

Dat laatste merken we al in hoe sociale media en technologie platformen in de voorbije dagen actie hebben ondernomen:

Evident is het nemen van die acties niet. Deze bedrijven stellen zichzelf zo open voor conservatieve kritiek: dat ze daarmee zich zondigen aan openlijke censuur en de vrije meningsuiting aanvallen. En dat zorgt voor een fundamenteel debat dat ook voor Europa bijzonder relevant is, en dus onze aandacht verdient.

In Amerika schenkt Section 230 van de Communications Decency Act uit 1996 immunitieit aan iedereen die content online host:

No provider or user of an interactive computer service shall be treated as the publisher or speaker of any information provided by another information content provider.

Die bepaling is enorm belangrijk want meer concreet voorziet ze ook dit:

The statute in Section 230(c)(2) further provides “Good Samaritan” protection from civil liability for operators of interactive computer services in the removal or moderation of third-party material they deem obscene or offensive, even of constitutionally protected speech, as long as it is done in good faith.

Dat betekent dus dat iedereen die een forum, gastenboek, commentaarbox, mailinglist,… uitbaat, beschermd is tegen rechtszaken wanneer die actief een online discussie modereert.

Alleen hebben sociale media het in de afgelopen jaren nagelaten om zelfstandig actief te modereren. Of om voldoende voorziening te ontwerpen en te bouwen in hun systemen die millioenen gebruikers toelaten om zichzelf op onafhankelijke en vrije wijze online te organiseren en discussies te beheren. Dat vormde onderdeel van een bewuste strategie: de focus van deze bedrijven ligt immers op het capteren van gegevens van grote groepen van individuen met het oog op marketing en advertenties. In die context werd het beheren van gigantische gemeenschappen, of het bouwen van voorzieningen die dat mogelijk maken, beschouwd als een pure kostenpost ondergeschikt aan het business model, en niet als een sociale, burgerlijke of morele verantwoordelijkheid.

En dat heeft bijzonder grote gevolgen. Section 230 staat nu centraal in een verhit en bijzonder complex politiek debat. Zowel progressieven als conservatieven Section 230 aanpassen of zelfs afschaffen. Maar dan wel om totaal verschillende redenen. Progressieven willen sociale media ter verantwoording kunnen roepen voor hun gebrek aan actie tegen hate speech, online misbruik en online discriminatie. Conservatieven – inclusief Trump – willen dan weer sociale media kunen vervolgen omwille van vermeende of al dan niet bewezen censuur tegenover conservatieve stemmen.

Ondertussen heeft ook het Departement of Justice in 2020 een grote anti-trust zaak tegen deze bedrijven aanhanging gemaakt. In dat kader formuleerde ze vier grote aanbevelingen rond het hervormen van Section 230.

Voor ons in Europa lijkt dat allemaal “ver van ons bed”. Niets is minder waar. De wijze waarop het Europese publieke debat online wordt gevoerd en beheerd, krijgt wel degelijke vorm vanuit een Amerikaanse cultureel, moreel en wettelijk kader. Het Europese publieke debat vindt immers plaats in een digitale ruimte – de software – die ontworpen werd door Amerikaanse bedrijven binnen een kader van Amerikaanse waarden en normen. In die zin is dus ook hier het debat om hervormingen, gedreven door de Europese commissie, enorm belangrijk. Het ter verantwoording roepen van Big Tech heeft immers niet alleen betrekking op Mark Zuckerberg of Jack Dorsey, maar op vrijwel iedereen die een online discussie host, ongeacht de grootte of de vorm.

Wanneer je de acties van de grote platformen van de laatste dagen houdt tegen het complexe debat over hun maatschappelijke rol en impact van de laatste 10 jaar, dan komt het toch allemaal wel heel erg over als too little, too late.

In het meest optimistische geval gaat Big Tech eindelijke pro-actief over tot vergaande hervormingen om het maatschappelijke belang te kunnen beschermen. Ofwel, blijft het hierbij en hopen ze dat alles terug business as usual zal zijn in enkele maanden tijd. In dat geval zal het verbannen van Trump niet veel meer zijn dan virtue signaling.