Netsensei

Much Ado About Nothing

In tijden van crisis

De mens is een bizar beestje. We kijken vaak niet verder dan onze neus lang is. En in tijden van crisis lijken onze neuzen bijzonder kort te zijn. Zo kort dat wat we achter de knelpunten die schreeuwen om onze aandacht, vaak het grote plaatje niet zien. Laat staan zelfs maar enigszins begrijpen.

Er wordt vandaag gestaakt. Harde actie tegen de harde plannen van de regering. Er wordt gesnoeid en bezuinigd. En de vakbonden zeggen “Ha, niet met ons!” Wat dan weer een tegenreactie uitlokt bij de jongere generatie. Maar is dat wel de discussie ten gronde? Staan we ons niet te pletter te debatteren over een onderwerp waar we al een eindje voorbij zijn?

Pietel verwoordt het mooi. We moeten realistisch zijn. We zullen moeten inleveren en verworven rechten moeten we durven opgeven. Uit solidariteit over bevolkingsgroepen heen. Wie nog gelooft in een verhaal van vervroegd pensioen en tijdskredieten, hoort dringend wakker te worden: het oude systeem is niet langer betaalbaar. Iemand moet er immers voor opdraaien. Als prille dertiger maak ik mij geen illusies over mijn toekomst. Ik zal het met minder moeten stellen dan mijn ouders. Maar de bijdrage die ik zelf als actieve, jonge werknemer kan leveren, die is ook eindig. Daar zit nu eenmaal maar zoveel rek op.

We horen even stil te staan bij het feit dat Europa reeds 60 jaar rust en vrede kent. De babyboomers zijn de eerste generatie die een leven zonder reeël conflict kende. Het is slechts uit grootvaders’ verhalen over loopgraven, koude, ellende, dood en ontberingen enigszins in ons collectieve geheugen hebben. We beseffen nauwelijks dat die vrede ons unieke kansen heeft gegeven. Ondanks crisismomenten, denk maar aan de jaren ’80, hebben we een ongekende economische groei gekend. Nog nooit konden bevolkingsgroepen zichzelf zo massaal ontplooien en emanciperen. We zijn beter geschoold, monderiger en vrijer dan ooit. We hebben alles in handen wat we nodig hebben.

De rust en welvaart heeft ook een cocon van welbehagen rond ons gesponnen. Onze blik op de wereld is die van een passant. We zien de ellende elders, we zijn ons bewust van de weeskinderen in de straten van Delhi, de oorlogen in verre oorden zoals Ivoorkust of Soedan, de ellende in Noord-Korea,… maar het lijkt een ver van ons bed show. Alle Music For Life circussen ten spijt (Hoezeer ik hun goede bedoelingen ook een warm hart toedraag). Net zoals de bankencrisis met zijn verwoestende gevolgen in Noord Amerika iets was dat ons niet echt leek te raken. We lezen al jaren onheilstijdingen in kranten, maar we lijken dat niet op ons te betrekken. Wie in nooit ellende of welvaart heeft gekend, weet ook niet dat het beter of slechter kan.

De discussie vandaag focust zich dan ook wel heel hard op de herverdeling van de bestaande welvaart. Dat is ook waar men de voorbije 540 dagen over heeft gebakkeleid: wat hebben we en hoe verdelen we het? Dat is wat men met een staatshervorming wil bereiken. Maar de gedachte dat we met het schuiven van politieke bevoegdheden op verschillende niveau’s het verschil zullen maken, is onszelf een rad voor de ogen draaien. We zijn uit het oog verloren dat we ook toekomstgericht moeten durven denken: waar komt welvaart vandaan en hoe scheppen we nieuwe mogelijkheden en kansen?

De crisis en de economie is een verhaal dat gedragen wordt door mensen. Bouwen aan welvaart doen we zelf. Ik sta elke dag op om als werknemer aan die welvaart te bouwen. Om mezelf economisch relevant te maken. Zo wil ik ook ’s avonds in bed kruipen: in het besef dat ik mijn steentje heb bijgedragen. En dat is niet alleen mijn wens, maar die van hele generaties. Willen we onze welvaart behouden, dan moeten we ervoor werken. Meer zelfs, dan moeten we onszelf durven aanpassen en innoveren. Ik geloof niet in ongebreidelde groei. Er zijn nu eenmaal fysieke en ecologische grenzen. Maar vooruitgangsoptimisme is ook durven geloven dat het anders kan met beperkte middelen. Denk maar aan de jongens van Hidden Radio en dat eigenlijk alles kan als je er maar in gelooft, aldus Michel.

Als we al iets aan politici en vakbonden moeten zeggen dan is het dit wel: kijk verder dan de volgende verkiezingen, uw eigen ideologische of partijbelangen en uw communautair gehakketak. Pak samen die begroting vast, wees inventief, creatief, rationeel en realistisch. Kijk elkaar niet wantrouwig aan. Durf water bij de wijn doen. Durf op lange termijn denken en voer een duurzaam beleid dat ruimte biedt om banen te creëren, te innoveren, te investeren en nog zoveel meer. Alleen zo bieden we perspectieven aan onze kinderen en zij die na hen zullen komen.

En ja, deze salonrevolutionair heeft makkelijk praten. Morgen is er een nieuwe dag. Daar gaan we vol goede moed tegen aan. Omdat het kan.